In de wereld van vandaag is Denen steeds relevanter geworden. Of het nu op persoonlijk, professioneel of sociaal gebied is, Denen is een centraal element geworden dat de toon zet op verschillende gebieden van ons leven. In de loop van de tijd is het belang van Denen toegenomen, wat tot debatten, controverses en belangrijke transformaties heeft geleid. In dit artikel zullen we de impact van Denen op de hedendaagse samenleving diepgaand onderzoeken, waarbij we de implicaties, uitdagingen en kansen ervan analyseren. Daarnaast zullen we onderzoeken hoe Denen in de loop van de tijd is geëvolueerd, evenals de invloed ervan op meerdere aspecten van het moderne leven.
Denen Danskere | ||||
---|---|---|---|---|
Bevolkingsopbouw van Denemarken in 2015
| ||||
Totale bevolking | 8 miljoen (schatting) | |||
Verspreiding | Denemarken | |||
Taal | Deens. | |||
Geloof | Voornamelijk Lutheraans (Deense Volkskerk), daarnaast Rooms-katholiek, Islamitisch, atheïstisch | |||
Verwante groepen | Noren, Zweden, Faeröerders, IJslanders, en in mindere mate alle andere Germaanse volkeren. | |||
|
De benaming Denen kan naar verschillende groepen personen verwijzen:
Dit artikel gaat over etnische Denen en hun nageslacht, en de Deense minderheid in Duitsland.
Er leven vandaag de dag ongeveer 5 miljoen Denen in Denemarken¹. De Denen zijn etnisch gezien een Scandinavische groep, hun voorouders zijn de Vikingen — net als bij de Noren, Zweden, IJslanders en Faeröerders. De levensstandaard is, net als onder de rest van de Scandinavische volken, onder de Denen hoog. Er leven ongeveer 50.000 Denen in Zuid-Sleeswijk, wat ongeveer 8-10 % van de bevolking in dat gebied. In Denemarken staat deze groep bekend als de danske syd for grænsen (de Denen ten zuiden van de grens).
De naam komt van de Denen, een historische Noord-Germaanse stam die leefde in wat tegenwoordig het zuidelijke deel van Zweden (Skåne) en de Deense eilanden is. De Denen werden genoemd door onder anderen de 6e-eeuwse Gotische geschiedschrijver Jordanes, die verwijst naar een volk genaamd dani dat de oorspronkelijke heruls had verdreven. Ook zijn tijdgenoot de Byzantijnse historicus Procopius noemt de dani, wat mogelijk 'plattelanders' betekent.
Det danske folk dient niet verward te worden met de wettelijke term danske statsborgere ("Deense staatsburgers"), de benaming voor mensen met een Deens paspoort. Het concept det danske folk (het Deense volk") speelde een grote rol in het 19e-eeuwse nationalisme. De term wordt nog gebruikt om de Denen als aparte etnische groep te zien, maar heeft geen wettelijke betekenis. De term refereert aan mensen met een Deense nationaliteit, in Denemarken en daarbuiten. Dit komt feitelijk neer op etnische Denen in Denemarken en Denen in het voormalige Hertogdom Sleeswijk. Hiertoe behoort niet de bevolking van de voormalig Noorse Faeröereilanden en Groenland. Ook de Duitse en andere minderheden (in Denemarken) behoren niet tot deze groep.
De hedendaagse Deense nationale identiteit is gebaseerd op het idee van Danskhed ("Deensheid"), dat voortkomt uit principes die zijn gevormd door historische culturele verbanden. Het is doorgaans niet gebaseerd op raciaal erfgoed. Deensheid is een reeks waarden gevormd door het historische traject van de vorming van de Deense natie. Deze ideologie benadrukt het idee van een historische band tussen de bevolking en het grondgebied van Denemarken en de relatie tussen de duizend jaar oude Deense monarchie en de moderne Deense staat. Dit 19e-eeuwse nationale romantische idee van 'het volk' geeft een kijk op de Deense samenleving als homogeen en sociaal egalitair, met sterke culturele banden met andere Scandinavische landen.
Als concept speelde det danske folk ("het Deense volk") een belangrijke rol in het 19e-eeuwse etnisch nationalisme en verwijst het eerder naar zelfidentificatie dan naar een wettelijke status. Het gebruik van de term is meestal beperkt tot een historische context; de historische Duits-Deense strijd over de status van het Hertogdom Sleeswijk ten opzichte van een Deense natiestaat (zie Sleeswijk-Holsteinse kwestie). Belangrijk is dat sinds de formulering ervan de Deense identiteit niet is gekoppeld aan een bepaald ras of biologisch erfgoed, zoals veel andere etnisch-nationale identiteiten hebben gedaan. De negentiende-eeuwse lutherse denker N.F.S. Grundtvig legde bijvoorbeeld bij zijn definitie van Deensheid de nadruk op de Deense taal en de emotionele relatie met en identificatie met de Deense natie als bepalende criteria. De moderne Deense culturele identiteit is geworteld in de geboorte van de Deense nationale staat in de negentiende eeuw. In dit opzicht werd de Deense nationale identiteit gebouwd op basis van de boerencultuur en de lutherse theologie, waarbij Grundtvig en zijn volksbeweging een prominente rol speelden in het proces. Twee bepalende culturele criteria om Deens te zijn, waren het spreken van de Deense taal en het identificeren van Denemarken als een thuisland.
Van de volksaard van de Denen wordt vaak gezegd dat zij groot belang hechten aan hygge, hun eigen vorm van gezelligheid, die een uiting zou zijn van hun nationale identiteit. Daarbij wordt aangetekend dat hygge ook een excuus kan zijn om weg te kruipen en de ogen te sluiten voor wat er in de wereld (of Denemarken) gebeurt.
Ten aanzien van overheidsbeleid worden zij vaak beschouwd als gezagsgetrouw, maar dat is ook op te vatten als pragmatisch en laconiek. Tijdens de coronacrisis in Denemarken in 2020-2022, die grotendeels hetzelfde verloop had als die in Nederland en België, bleek dat de Denen zich meer bereid toonden om de veiligheidsregels tegen de pandemie te volgen en te handhaven dan de inwoners van veel andere landen.
Een ander, verwant aspect dat wordt toegeschreven aan de egalitaire Deense volksaard is de "verbeeld je maar niks"-mentaliteit volgens Janteloven (de Wet van Jante), zoals die in tien regels onder woorden is gebracht door de schrijver Aksel Sandemose (1899-1965). In 1933 beschreef hij in de roman En flygtning krydser sit spor de bekrompen afkeer van buitensporigheid die de Denen (en de Scandinaviërs in het algemeen) volgens hem kenmerkte. Hoewel Sandemoses roman satirisch bedoeld was, wordt de Wet van Jante vaak gezien als een gedragscode voor de Denen.
Als symbool van de typisch Deense, tolerante volksaard wordt de Vrijstad Christiania gezien, een enclave in Kopenhagen waar krakers, hippies, anarchisten, kunstenaars en andere non-conformisten al sinds 1970 hun onafhankelijke leven leiden. Het verhandelen en gebruiken van verdovende middelen is er geaccepteerd, maar doordat de drugshandel steeds meer gepaard gaat met geweld van rivaliserende straatbendes, kwamen de overheid en een deel van de bewoners van Christiania tot het inzicht dat tolerantie toch niet onbegrensd is.
De taal van vrijwel alle Denen en de enige officiële taal van Denemarken is het Deens (dansk), een Noord-Germaanse taal met ongeveer 5,5 miljoen sprekers. In de Deense gebiedsdelen Faeröer en Groenland is het de taal van een kleine groep, naast de daar gesproken volkstalen (het Faeröers respectievelijk het Kalaallisut). Bij de Deense minderheid in het Duitse Sleeswijk-Holstein heeft het Deens een officiële status als minderheidstaal.
De allerberoemdste Deen is Hamlet, de legendarische prins van Denemarken, zoals hij in de tragedie van die naam door William Shakespeare wordt geportretteerd. Tot de bekende Denen uit de werkelijke wereld behoren:
Bronnen
|