En de violen zwegen

Dit artikel gaat in op het onderwerp En de violen zwegen, dat vandaag de dag van groot belang is. En de violen zwegen is een onderwerp dat de afgelopen jaren de aandacht van verschillende mensen heeft getrokken en op verschillende gebieden voor discussie en controverse heeft gezorgd. In dit artikel zal het belang van En de violen zwegen diepgaand worden geanalyseerd, evenals de implicaties ervan in de hedendaagse samenleving. Verschillende aspecten die verband houden met En de violen zwegen zullen worden onderzocht, van de geschiedenis en ontwikkeling ervan tot de mogelijke gevolgen ervan in de toekomst. Via deze analyse proberen we een globale en volledige visie op En de violen zwegen te bieden, waardoor de lezer de complexiteit en relevantie van dit onderwerp vandaag de dag beter kan begrijpen.

En de violen zwegen
Auteur(s) Alexander Ramati
Land Polen
Taal Nederlands
Oorspronkelijke taal Pools
Onderwerp De situatie van de zigeuners gedurende de Holocaust
Genre Roman
Uitgever Omega-boek, Amsterdam
Uitgegeven 1988
ISBN 90-605-7714-0
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

En de violen zwegen is een boek in romanvorm van de Poolse schrijver Alexander Ramati. Het gaat over de situatie van de zigeuners gedurende de Holocaust en is gebaseerd op historische gebeurtenissen.

Het boek vertelt het verhaal van ene Roman Mirga, die de Holocaust overleefde. Of deze Roman Mirga een bestaand of fictief persoon was is niet duidelijk.

Samenvatting

Roman woonde met zijn familie in Warschau en verdiende de kost als muzikant. Zodra het nieuws van de ophanden zijnde deportaties hem bereikt wil hij zijn familie waarschuwen, maar die wil aanvankelijk niets van zijn waarschuwing weten, omdat ze ook spelen op gelegenheden bij de Duitsers en daar voor hun inkomen afhankelijk van zijn. Maar ten slotte besluiten ze toch te vluchten naar Hongarije, dat op dat moment nog niet bezet was. In 1943 wordt echter ook Hongarije bezet en belandt de familie in Birkenau, waar Mengele medische experimenten verricht. Roman overleeft het kamp.

Achtergrond

De Holocaust van zigeuners (ofwel de Porajmos) kreeg niet veel aandacht en er was lange tijd weinig interesse in de geschiedenis van zigeuners.

Bij het aan de macht komen van Adolf Hitler op 31 maart 1933 was er nog geen sprake van grootschalige uitroeiing van zigeuners. De wetten waaronder de zigeuners leefden gingen nog terug op middeleeuwse wetten. Aanvankelijk had ook Hitler niet veel oog voor de zigeuners. Wel was er vanaf 1899 een "Centraal Bureau ter Bestrijding van de Zigeunerplaag" gevestigd in München.

Op 31 juli 1941 verordonneerde Reinhard Heydrich, de ontwerper van de details van de Endlösung, aan de Einsatzkommandos om "alle Joden, zigeuners en mentaal gehandicapten te doden". Een paar dagen later gaf Himmler meer details vrij over de criteria die moesten gehanteerd worden voor de biologische en raciale evaluatie van elke Zigeunerfamilie, die tot drie generaties terug de achtergrond van hun afkomst moesten bepalen. In november 1941 werden 1000 Duits/Oostenrijkse Roma en Sinti in het vernietigingskamp Chełmno in Polen vergast. Dat was ruim acht maanden voordat de nazi's begonnen met de massale vergassingen van Joden.

Nazi-wetenschappers gebruikten Roma en Sinti vaak ook voor medische experimenten in de vernietigingskampen. Op 16 december 1941 gaf Himmler het bevel om de laatste Zigeuners die nog overbleven in Europa, te deporteren naar Auschwitz-Birkenau om vernietigd te worden. Enkele dagen later, op 24 december 1941, volgde dan het bevel van Lohse dat "De Zigeuners dezelfde 'behandeling' moesten krijgen als de Joden".

Op een meeting van de partij van 14 september 1942 kondigde de minister van justitie, Otto Georg Thierack, aan dat "Joden en Zigeuners onvoorwaardelijk moesten vernietigd worden." Wiernik beschrijft de aankomst in het voorjaar van 1943 van de grootste groep zigeuners in het vernietigingskamp Treblinka: Op een dag was ik aan het werk aan de inkompoort en merkte dat de Duitsers en de Oekraïners speciale voorbereidingen maakten... ondertussen ging de poort open en ongeveer 1.000 zigeuners werden binnengeleid (dit was het derde transport van zigeuners). Ongeveer 200 van hen waren mannen, al de rest waren vrouwen en kinderen... al de zigeuners werden naar de gaskamers gejaagd en nadien verbrand...

In Auschwitz-Birkenau waren de Zigeuners een gretig object voor Dr. Josef Mengele. Al bij zijn aankomst in mei 1943 in het kamp zond hij onmiddellijk een duizendtal Zigeuners, die aan tyfus leden, naar de gaskamers en spaarde (even toch) het leven van de overige zieke Zigeuners van Duitse origine. De betekenis van dit incident was tweeledig: Mengele aanbad de nazidoctrine dat Zigeuners een ondersoort waren van het mensenras en daarom als "onwaardig leven" moesten beschouwd worden. Vooral Sinti en Roma tweelingkinderen waren erg gewild en gebruikte hij voor gruwelijke medische experimenten. In juli 1944 werd besloten in Auschwitz-Birkenau om de volledige zigeunerafdeling op te ruimen: in de nacht van 1 op 2 augustus 1944 werden ongeveer 4.000 zigeuners in één enkele actie vermoord, en die nacht wordt thans herinnerd als de Zigeunernacht.

Boekgegevens

  • En de violen zwegen, Alexander Ramati, 1988, Amsterdam: Omega Boek. ISBN 9060577140

Zie ook