Experimentele muziek

Tegenwoordig is Experimentele muziek een onderwerp dat de samenleving voortdurend in debat en reflectie houdt. Vanaf het begin tot op de dag van vandaag is Experimentele muziek het voorwerp geweest van studie, bewondering en controverse. De impact ervan op het dagelijks leven van mensen valt niet te ontkennen, en de invloed ervan op gebieden als politiek, cultuur, technologie en onderwijs is duidelijk. Door de geschiedenis heen is Experimentele muziek geëvolueerd en aangepast aan de behoeften en eisen van de samenleving, en is het een onmisbaar element in het moderne leven geworden. In dit artikel zullen we verschillende aspecten en perspectieven met betrekking tot Experimentele muziek verkennen, waarbij we het belang, de gevolgen en de toekomst ervan analyseren.

Experimentele muziek of avant-gardemuziek is een aantal soorten muziek waarin wordt gebroken met de gebruikelijke opvattingen over wat muziek eigenlijk hoort te zijn. Als zodanig vormt het een ondervorm van wat algemeen als de avant-garde wordt aangeduid, een vernieuwing die zich vanaf het begin van de 20e eeuw op alle kunstzinnige gebieden manifesteerde, inclusief de muziek.

De componist Arnold Schönberg (van gemengd Amerikaanse en Oost-Europese afkomst) wordt algemeen beschouwd als degene die aan het begin van de 20e eeuw deze tendens in gang zette. Tot zijn bekendste navolgers behoren Igor Stravinsky, Arthur Honegger, Alban Berg en Karlheinz Stockhausen. De Amerikaan John Cage zorgde er enkele decennia later voor dat de experimentele muziek als genre serieus genomen werd.

Kenmerken

Zoals bij andere kunststijlen die de grenzen verleggen van een genre, is er weinig consensus - zelfs niet onder de beoefenaars - over wat de grenzen zijn van experimentele muziek. Enerzijds is het een verlengstuk van traditionele muziek, door het toevoegen van onconventionele instrumenten, verbouwde instrumenten, scordatura, ruis, geluid, lawaai en andere vernieuwende elementen aan bestaande stukken. Anderzijds zijn er voorstellingen en opnames die de meeste luisteraars zelfs niet tot muziek zouden rekenen.

Sommige vormen van experimentele muziek gebruiken ook alternatieven voor de traditionele vormen van muzieknotatie.

Een experimentele vorm van elektronisch musiceren is bijvoorbeeld circuit bending. Door in elektronische velden kortsluitingen te solderen kunnen bijzondere klankvervormingen optreden. De Japanse Toshimaru Nakamura bijvoorbeeld bespeelt op die manier een no-input-mengpaneel.

Experimentele rock

Zie Experimentele rock voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Deze stroming kwam op gang midden jaren 1960 met rockgrootheden als Velvet Underground, Frank Zappa, Captain Beefheart en Pink Floyd (Meddle, Atom Heart Mother). Enerzijds beïnvloed door jazzmusici als John Coltrane en Sun Ra en anderzijds avant-gardecomponisten als John Cage en Karlheinz Stockhausen begonnen bands vaste stramienen te doorbreken met andersoortige muzikale vormen.

Varia

Een bekend Amerikaans experimenteel musicus was John Cage. John Lennon en Yoko Ono maakten die experimentele albums. Op een ervan stond ook een nummer dat uit nietsanders bestond dan stilte en werd gezien als een hommage aan Cage en zijn "compositie" 4′33

Experimentele instrumentbouwers

Zie ook