In de wereld van vandaag is Formule 1 in 1951 een onderwerp van groot belang en relevantie dat de aandacht heeft getrokken van mensen van alle leeftijden en sectoren van de samenleving. De impact ervan is op verschillende terreinen gevoeld, van de politiek tot de populaire cultuur, en de invloed ervan vertoont geen tekenen van afname. In dit artikel zullen we het belang en de reikwijdte van Formule 1 in 1951 diepgaand onderzoeken, waarbij we de implicaties en gevolgen ervan op verschillende gebieden analyseren. Vanaf zijn oorsprong tot zijn evolutie vandaag de dag heeft Formule 1 in 1951 voor debat en controverse gezorgd, waardoor het essentieel is om de aard ervan en de impact ervan op de hedendaagse samenleving te begrijpen.
2e Formule 1-seizoen (1951) | ||||
---|---|---|---|---|
Volgende: 1952 Vorige: 1950
| ||||
Wereldkampioen Formule 1 1951, Juan Manuel Fangio
| ||||
Algemene informatie | ||||
Races | 8 | |||
Coureurs | 83 | |||
Verdedigend kampioen |
Giuseppe Farina (coureurs) | |||
Eindstand coureurs | ||||
1e plaats | Juan Manuel Fangio 31 (1e titel) | |||
2e plaats | Alberto Ascari 25 | |||
3e plaats | José Froilán González 22 | |||
|
Het Formule 1-seizoen 1951 was het tweede FIA Formula One World Championship seizoen. Het begon op 27 mei en eindigde op 28 oktober na acht races. Het seizoen bevatte ook veertien races die niet meetelde voor het kampioenschap, maar wel toegankelijk waren voor Formule 1 wagens.
De races van dit kampioenschap waren toegankelijk voor FIA Formule 1 wagens, maar aan de Indianapolis 500 mochten alleen wagens meedoen die onder AAA-reglementen vielen.
Ferrari vormde met haar nieuwere auto’s met een 4.5-litermotor zonder supercharger een ware uitdaging voor het team van Alfa Romeo, dat het niet lukte zichzelf verder te ontwikkelen. Ondanks dat Alfa Romeo vier Europese races won en Juan Manuel Fangio kampioen werd, betekenden de drie overwinningen van Ferrari het einde voor de Alfa’s. Voor British Racing Motors (BRM) was de Grand Prix van Groot-Brittannië de enige verschijning in een kampioenschapsrace en de oude, langzame Talbots werden steeds vaker en heviger overtroffen.
GP nr. | Ronde | Grand Prix | Circuit | Plaats | Datum |
---|---|---|---|---|---|
8
|
1 | GP van Zwitserland | Stratencircuit Bremgarten | Bern | 27 mei |
9
|
2 | Indianapolis 500 | Indianapolis Motor Speedway | Indianapolis (Indiana) | 30 mei |
10
|
3 | GP van België | Circuit de Spa-Francorchamps | Stavelot | 17 juni |
11
|
4 | GP van Frankrijk | Circuit de Reims-Gueux | Reims | 1 juli |
12
|
5 | GP van Groot-Brittannië | Silverstone Circuit | Silverstone | 14 juli |
13
|
6 | GP van Duitsland | Nürburgring Nordschleife | Nürburg | 29 juli |
14
|
7 | GP van Italië | Autodromo Nazionale Monza | Monza | 16 september |
15
|
8 | GP van Spanje | Circuit Pedralbes | Barcelona | 28 oktober |
De volgende teams en coureurs namen deel aan het 'FIA Wereldkampioenschap F1' 1951. Deze lijst is exclusief de teams die alleen meededen aan de Indianapolis 500.
Punten worden toegekend aan de top vijf geklasseerde coureurs, en 1 punt voor de coureur die de snelste ronde heeft gereden in de race.
Positie | ;1e | 2e | 3e | 4e | 5e | S |
---|---|---|---|---|---|---|
Punten | 8 | 6 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Slechts de beste vier van de acht resultaten telden mee voor het kampioenschap, resultaten die tussen haakjes staan telden daarom niet mee voor het kampioenschap. Bij "Punten" staan de getelde kampioenschapspunten gevolgd door de totaal behaalde punten tussen haakjes. Punten werden verdeeld als meerdere coureurs één auto hadden gedeeld. Daarbij werd niet gekeken naar het aantal ronden dat elke coureur had gereden.
|