Gemäldegalerie Alte Meister

In de wereld van vandaag is Gemäldegalerie Alte Meister een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een breed scala aan mensen. Of het nu gaat om een ​​sociaal fenomeen, een technologische vooruitgang, een historische figuur of welk ander aspect van het moderne leven dan ook, Gemäldegalerie Alte Meister heeft de aandacht van verschillende doelgroepen getrokken en tot intense debatten in verschillende kringen geleid. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten met betrekking tot Gemäldegalerie Alte Meister onderzoeken, van de oorsprong tot de huidige implicaties ervan, met als doel de lezer een alomvattende en gecontextualiseerde visie te bieden op dit momenteel belangrijke onderwerp.

Gemäldegalerie

De Gemäldegalerie Alte Meister is een museum in het paleiscomplex Zwinger in Dresden, Duitsland. Het museum is onderdeel van de Staatliche Kunstsammlungen Dresden, naast tien andere musea eigendom van de deelstaat Saksen.

Het museum bezit een grote collectie van oude meesterwerken uit de Italiaanse renaissance en barok, maar ook werken van de Vlaamse Primitieven en Hollandse meesters zijn vertegenwoordigd. Er zijn werken te zien van onder anderen: Rembrandt, Gerrit Dou, Johannes Vermeer, Ferdinand Bol, Lucas Cranach de Oude, Rafaël, Correggio, Hans Holbein de Jonge, Jan van Eyck, Andrea del Sarto en Rogier van der Weyden.

Geschiedenis van de collectie

De Kunstkammer werd gesticht in de 16e eeuw door de keurvorsten van Saksen. Keurvorst August van Saksen (1526-1586) en zijn zoon waren de eersten die schilderijen in een in hun slot ingerichte Kunstkammer op een systematische manier gingen verzamelen.

Veel van de schilderijen werden illegaal toegeëigend door Frederik August I, zoals Portret van een bebaarde man in een zwarte baret (1657) en Portret van een man met een hoed versierd met parels (1667) van Rembrandt. Beide schilderijen behoorden oorspronkelijk in de collectie van het Koninklijk Paleis in Warschau. In 1745 werd de collectie verrijkt door Francesco III d'Este, hertog van Modena, die de beste honderd kunstwerken uit zijn collectie verkocht.

Intussen was het museum erg beroemd geworden in Europa. Schilderijen uit heel Europa werden door het museum aangekocht uit Italië, Parijs, Amsterdam en Praag. Hoogtepunt van de aangekochte schilderijen is de overname van Rafaëls Sixtijnse Madonna in 1754. Tot op heden vormt dit schilderij voor de meeste bezoekers het hoogtepunt van de collectie.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten de schilderijen in veiligheid gebracht worden. Het gebouw zelf raakte zwaar beschadigd tijdens deze oorlog. Door wateroverlast in 2002, werd er voor 20 miljoen euro schade toegebracht aan het gebouw.

Voorjaar 2001 werd de collectie Leidse fijnschilders uit Dresden getoond in Museum De Lakenhal in Leiden en voorjaar 2015 is een belangrijk deel van de collectie van de Gemäldegalerie tentoongesteld in het Groninger Museum.

Galerij

Externe link

Zie de categorie Gemäldegalerie Alte Meister (Dresden) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.