Grasmus

Dit artikel gaat in op het onderwerp Grasmus, dat op verschillende gebieden onderwerp van belangstelling en discussie is geweest. Grasmus heeft de interesse gewekt van experts en enthousiastelingen die de impact ervan op de hedendaagse samenleving willen begrijpen. Door de geschiedenis heen heeft Grasmus een fundamentele rol gespeeld in verschillende contexten, en de invloed ervan blijft vandaag de dag relevant. Vanaf het begin tot aan de evolutie heeft Grasmus een voor en na gemarkeerd in de ontwikkeling van verschillende aspecten van het dagelijks leven. Dit artikel onderzoekt verschillende perspectieven en benaderingen waarmee de lezer zich kan verdiepen in de fascinerende wereld van Grasmus.

Grasmus
IUCN-status: Niet bedreigd (2016)
Grasmus (Curruca communis)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Sylviidae (Zangers)
Geslacht:Curruca
Soort
Curruca communis
(Latham, 1787)

Verspreidingsgebied van de grasmus

 broedgebied (groen)
 migratie (lichtblauw)
 niet-broedgebied (donkerblauw)
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De grasmus (Curruca communis synoniem: Sylvia communis) is een zangvogel uit de familie van zangers (Sylviidae). De soort trekt tussen Afrika en Europa en komt als broedvogel algemeen voor in Nederland en België.

Kenmerken

De lichaamslengte bedraagt 14 cm. Beide partners zijn vaak zeer verschillend. Bijzonder te herkennen aan het mooie, melodische gezang, waardoor ze van verre van andere zangers te onderscheiden zijn. Het mannetje heeft een grijze kop, een brede witte oogring, een lichtroze borst en verder crèmekleurige veren. Het vrouwtje heeft een bruine kop, een bruine iris, een beige borst en is verder bleker dan het mannetje. Juvenielen lijken in hun eerste winter op de vrouwtjes. Er is qua uiterlijk een grote gelijkenis met de braamsluiper.

Leefwijze

In de lente toont het mannetje zich erg opgewonden, terwijl hij van tak tot tak vliegt, zijn staart uitspreidt en de kuif opricht. Zijn zang is afwisselend met noten die de vogel haastig uitstoot, wanneer hij trillend uit een heg opvliegt en er zich dan terug in laat vallen.

De grasmus nestelt in struikgewas en heggen, vaak aan de rand van akkers of weiden, maar ook in tamelijk hoog onkruid en in braamstruiken langs sloten, wegen en spoordijken is de vogel te vinden. Het voedsel bestaat uit insecten, bessen en vruchten.

Voortplanting

Het legsel bestaat uit 4 tot 5 licht geelbruine eieren met donkere vlekken. Het mannetje bouwt meerdere nesten, waaruit er een wordt gekozen door het vrouwtje, waarna ze het gezamenlijk afbouwen.

Video met zingende grasmus

Verspreiding

Het is een zomergast in Europa en West-Azië, die de winter in Afrika, bezuiden van de Sahara, doorbrengt.

De soort telt 4 ondersoorten: