Kopstation

In de wereld van vandaag is Kopstation een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een breed publiek. Sinds zijn opkomst heeft Kopstation de aandacht getrokken van zowel experts als fans, wat heeft geleid tot gepassioneerde debatten en tegenstrijdige meningen. De impact ervan heeft zich uitgebreid tot verschillende gebieden, van de politiek en de samenleving tot de populaire cultuur en entertainment. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Kopstation, waarbij we de evolutie ervan in de loop van de tijd, de implicaties ervan in de huidige wereld en de toekomstperspectieven analyseren. Kopstation blijft een onderwerp dat voortdurend evolueert, en de invloed ervan blijft degenen verrassen die zich verdiepen in de complexiteit ervan.

De Belgische kustplaats Knokke heeft een kopstation.

Een kopstation is een spoorwegstation met uitsluitend kopsporen, waar treinen, in tegenstelling tot in doorgangsstations, niet meer verder kunnen rijden. Treinen die dit type station binnenrijden, kunnen het station alleen in de tegenovergestelde richting weer verlaten.

Een kopstation is niet altijd een eindstation. Zo werd Antwerpen-Centraal, toen het voor de treinen van en naar Nederland een kopstation was, in het weekend bediend door de doorgaande Beneluxtrein AmsterdamBrussel, die dan vanuit Centraal terugkeerde en een spoorlijn om de stad heen volgde, en kende tot 13 december 2008 Den Haag Centraal een doorgaande nachtnet-verbinding.

Kopstations ontstonden, behalve in kustplaatsen, vooral in grote steden. Vaak was het vanwege de dichte bebouwing niet mogelijk spoorlijnen door het stedelijke centrum aan te leggen. Daardoor vormden zich kopstations aan de rand van het centrum. In een enkel geval, zoals in Brussel, werd later alsnog een doorgaande verbinding aangelegd. Meestal werden de verschillende stations door een ringspoorbaan om de stad met elkaar verbonden. Vaak worden onder de kopstations in de grote steden ondergrondse stations gebouwd, waar de voorstadstreinen wel kunnen doorrijden. Bekende voorbeelden zijn Gare du Nord en Gare de Lyon in Parijs.

In veel grote steden is deze verbinding er echter niet voor elk kopstation. Bekende voorbeelden zijn Parijs, Londen en Moskou. Hier dient men met de metro naar een kopstation aan de andere kant van de stad reizen om de treinreis voort te zetten. Dit wordt acceptabel gevonden omdat er vrij weinig doorgaande reizigers zijn, de meeste reizigers hebben de grote stad als begin- of eindpunt. In andere steden, bijvoorbeeld in München, lopen de spoorlijnen uit alle richtingen naar hetzelfde kopstation, zodat men niet naar een ander station hoeft te reizen.

Bij een kopstation zijn meestal alle perrons gelijkvloers bereikbaar, een tunnel, brug of overpad is niet nodig. Vaak worden er echter loopbruggen of tunnels aangelegd ver van de 'kop' kant om overstappen te vergemakkelijken en om het voetgangersverkeer te spreiden naar andere in- of uitgangen van het station.

Treinongeval op Gare Montparnasse, Parijs, 1895
Station Kyle of Lochalsh

Dubbel kopstation

Stations die uit twee richtingen bereikt kunnen worden, maar waar geen (regulier) doorgaand treinverkeer plaatsvindt, worden aangeduid als dubbel kopstation. Sinds de heropening van de lijn Enschede - Gronau in 2001 is Enschede een dubbel kopstation, aangezien de verbinding tussen de sporen naar Hengelo en naar Gronau verbroken is. Er zijn plannen om de verbinding te herstellen en een doorgaande treindienst in te voeren.

Soms laat de infrastructuur doorgaand treinverkeer wel toe, maar is er geen doorgaand (reizigers)verkeer. Ook dit noemt men een dubbel kopstation. In de huidige praktijk bijvoorbeeld de stations Groningen, Leeuwarden, Tiel en Winterswijk. Dit was ook het geval in Enschede, tot de opheffing van de dienst naar Gronau in 1981.

Een voorbeeld uit het verleden is het Amsterdamse Centraal Station. Hoewel er op alle perrons doorlopend spoor was, van treinen uit het westen en noorden, moest er worden overgestapt van het westelijke gedeelte naar het oostelijke gedeelte voor treinen naar het zuiden en oosten. Inmiddels zijn er wél doorgaande oost/westverbindingen, o.m. Zwolle-Den Haag Centraal v.v. Het station Zwolle werd in de 19e eeuw lange tijd samen met station Zwolle NCS en station Zwolle Veerallee als kopstation geëxploiteerd.

Ongevallen

Er zijn verschillende gevallen bekend waarin een trein niet op tijd wist te stoppen bij nadering van een kopstation. In Nederland is dit voorgekomen in Den Haag Centraal, Rhenen, Groningen, Vlissingen, Maastricht en Stavoren. Bekende soortgelijke ongevallen vonden plaats op Gare Montparnasse in Parijs (waarbij de trein door de voorgevel van het station reed en een verdieping lager op het stationsplein terechtkwam) in 1895 en Harcourt Street(en) in Dublin (toen de trein eveneens door de voorgevel reed maar daar bleef hangen) in 1900.

Lijst van kopstations

(incompleet) Stations die het einde vormen van de treindienst, maar waar de sporen na het station doorlopen, zijn strikt genomen geen kopstations en zijn daarom niet in de lijst opgenomen. Bij sommige kopstations zijn er ondergrondse stations waar lokale treinen wel kunnen doorrijden. Deze ondergrondse stations worden niet met het kopstation meegerekend.

* stationsgebouw staat loodrecht op de sporen
** kopstation sinds opbraak van doorgaande spoorlijn
*** dubbel kopstation

België

Gedeeltelijke kopstations

Voormalige kopstations

Denemarken

Duitsland

Frankrijk

Hongarije

Ierland

Italië

Nederland

Voormalige kopstations

Noorwegen

Portugal

Roemenië

Spanje

Tsjechië

Turkije

Verenigd Koninkrijk

Engeland

Noord-Ierland

Schotland

Wales

Voormalige kopstations

Zweden

Zwitserland

Enkele kopstations buiten Europa

Afrika

Noord-Amerika

Oceanië