Tegenwoordig is Mijn (explosief) een onderwerp dat grote relevantie heeft verworven op verschillende gebieden van de samenleving. Van politiek tot populaire cultuur: Mijn (explosief) is voor veel mensen een voortdurend discussiepunt en een bron van inspiratie geworden. In de loop van de tijd is Mijn (explosief) steeds belangrijker geworden en heeft het een aanzienlijke impact gehad op de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Dit artikel heeft tot doel de impact van Mijn (explosief) op de hedendaagse samenleving in detail te onderzoeken en te onderzoeken hoe deze zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld. Op dezelfde manier zullen de verschillende perspectieven en meningen die rond Mijn (explosief) bestaan, worden geanalyseerd, met als doel een alomvattende visie op dit zeer relevante onderwerp te bieden.
Een mijn is een wapen met de specifieke eigenschap dat het ontploft bij een 'aanraking' of bij nadering. Dit wil zeggen dat een sensor zal registreren dat het toestel met iets in contact komt. Dit is meestal een simpele drukknop, maar mijnen kunnen ook zijn uitgerust met magnetische sensoren of trillingssensoren, die de nabijheid van voer- of vaartuigen detecteren. Voor de ontploffing dient de mijn geladen te zijn met een voldoende hoeveelheid explosief materiaal dat door een mechanisme tot ontploffing wordt gebracht bij een aanraking. Mijnen kunnen worden onderverdeeld in landmijnen en zeemijnen.
Van oorsprong is de naam afgeleid van het ondermijnen van een versterking, die door mineurs aangelegd werd en tot ontploffing werd gebracht. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft het woord uitsluitend nog betrekking op compleet gemonteerde explosieven die kunnen worden verborgen en die zelfstandig worden geactiveerd.
Er bestaan twee grote groepen van mijnen:
Combinaties van verschillende werkingsmechanismen komen ook voor. Moderne invloedsmijnen kunnen zelfs reageren op het schroefgeruis van een specifiek type schip óf een aantal schepen ongehinderd laten overvaren, voordat ze tot ontploffing komen.
Dit gebeurt op verschillende manieren.
Reeds in 1980 werden in Protocol II van de Conventie over bepaalde conventionele wapens beperkingen afgesproken inzake landmijnen en boobytraps. Het Protocol werd in 1996 uitgebreid, maar omdat dit geen volledig verbod inhield, besloot een groep landen verder te gaan. In 1997 tekenden 127 landen het Verdrag van Ottawa, dat een verbod inhoudt op gebruik, productie en overdracht van antipersoneelsmijnen. Ook Nederland en België ondertekenden dit verdrag. Een aantal landen hebben het verdrag (nog) niet ondertekend, dit zijn o.a. Rusland, China, Irak, Iran, Cuba, de Verenigde Staten, India en Israël.
Noten
|