Tegenwoordig is Ringelrups een onderwerp dat van groot belang is voor een groot aantal mensen. Sinds zijn opkomst heeft Ringelrups de aandacht getrokken van experts op dit gebied, maar ook van degenen die de impact ervan op de hedendaagse samenleving beter willen begrijpen. Om Ringelrups grondig te analyseren, is het van cruciaal belang om de verschillende dimensies ervan te onderzoeken en te begrijpen hoe deze zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld. In dit artikel duiken we in de fascinerende wereld van Ringelrups, onderzoeken we de oorsprong ervan, de huidige relevantie ervan en de mogelijke toekomstige implicaties die het op verschillende gebieden zou kunnen hebben.
Ringelrups | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Malacosoma neustria Linnaeus, 1758 | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Ringelrups op Wikispecies | |||||||||||||
|
De ringelrups (Malacosoma neustria) of ringelrupsvlinder is een kleine, vrij korte nachtvlinder behorende tot de familie van de spinners (Lasiocampidae).
Over de lichtbruine voor- en achtervleugels lopen twee donkere lijnen. Daartussen zijn de vleugels iets donkerder, waardoor het op een brede schaduwband lijkt. De mannetjes hebben gekamde voelsprieten en zijn kleiner dan de vrouwtjes. De voorvleugellengte bij de mannetjes is tussen de 13 en 29 millimeter, bij de vrouwtjes 16 tot 40 millimeter.
Ze komen voor in heel Nederland en België in tuinen, struweel, open bossen en boomgaarden, vooral met. Vrij talrijk, al lijkt de ringelrups in delen van Nederland flink achteruit te zijn gegaan. De vliegperiode is van juni tot en met augustus.
De vrouwtjes zetten hun eitjes af op dunne takjes in een ringvormige rij. De rups, die vier centimeter lang is en slank, bevindt zich in mei en juni op fruitbomen, eiken, meidoorns en rozen. De rupsen zijn soms schadelijk omdat ze alle bladeren van de (vrucht)bomen opeten.
Bronnen, noten en/of referenties |