Springstaarten

In de wereld van Springstaarten is er een breed scala aan meningen en perspectieven die vanuit verschillende invalshoeken kunnen worden benaderd. Van de impact ervan op de samenleving tot de relevantie ervan in de geschiedenis, Springstaarten is in de loop van de tijd onderwerp van studie en controverse geweest. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Springstaarten onderzoeken, waarbij we de invloed ervan in verschillende contexten en de rol ervan in het dagelijks leven analyseren. Daarnaast zullen we onderzoeken hoe Springstaarten in de loop van de tijd is geëvolueerd en wat de toekomst ervoor in petto heeft in een steeds veranderende wereld. Met deze uitgebreide analyse willen we licht werpen op een onderwerp dat relevant en spannend blijft voor een breed spectrum van mensen.

Springstaarten
Orchesella cincta
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Onderstam:Hexapoda (Zespotigen)
Klasse
Collembola
Lubbock, 1870
Twee waterminnende soorten, Sminthurides aquaticus (wit) en Podura aquatica (donker)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Springstaarten op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De springstaarten (Collembola, Latijn voor kleefbuis) vormen een klasse van zespotigen die 8700 beschreven soorten telt.

Alle soorten springstaarten, net als alle soorten protura en diplura, hebben monddelen die in een buidel binnen de kop liggen. De drie genoemde klassen werden daarom tot voor kort beschouwd als één groep, namelijk die van de entognatha. Uit recent onderzoek van hun mitochondriaal DNA, blijken de springstaarten evolutionair echter niet nauwer verwant aan de twee andere genoemde klassen dan aan de insecten. En nog meer dan aan de insecten, lijken de springstaarten verwant aan de schaaldieren (Crustacea).

Kenmerken

De springstaart wordt gekenmerkt door monddelen die in de kop liggen, een buisvormig orgaan - de collofoor - onder het abdomen (waar ze hun wetenschappelijke naam aan ontlenen) en (bijna altijd) een gevorkte staart (furcula) waaraan ze hun Nederlandse naam ontlenen. Met behulp van deze staart kunnen ze bij gevaar wegspringen. De meeste Collembola zijn minder dan 6 mm lang, veel soorten worden slechts enkele millimeters. Antennen zijn altijd aanwezig; cerci nimmer.

Collembola leven meestal in de bovenste lagen van de bodem (strooisellaag) en voeden zich met rottend organisch materiaal en schimmels. Ze kunnen daar in enorme aantallen voorkomen - honderden of duizenden per vierkante meter in de meeste Nederlandse tuinen.

Verzamelmethoden

Springstaarten kunnen het gemakkelijkst worden gevangen met behulp van een berlesetrechter, een trechtervormige verzamelbak met een opening aan de onderkant, afgesloten door een stuk grof gaas. In de trechter wordt een hoeveelheid bodemstrooisel gedaan, waarna men de trechter op een bakje conserveringsvloeistof (alcohol) zet en van bovenaf onder een lamp laat drogen. De aanwezige strooiselorganismen vluchten voor het licht en de uitdroging naar onderen tot ze uiteindelijk in de verzamelbak vallen en kunnen worden geoogst.

Kweek

Springstaarten zijn vrij gemakkelijk te kweken; op het web zijn vele recepten te vinden. Ze worden wel door terrariumhouders gekweekt als voer voor kleine terrariumdieren, of om schimmels uit te roeien.

Belang voor de mens

Springstaarten maken deel uit van de bodemfauna die bladafval helpt verwerken tot compost.
Een Nederlandse specialist op het gebied van springstaarten is Matty Berg, universitair docent ecologie van levensgemeenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Taxonomie

Aanbevolen prepareertechnieken

Aanbevolen conserveringsmethode: bewaren in alcohol, of microscopisch preparaat (zie hiervoor insecten prepareren).

Externe links