Taalgrens in België

Het thema van Taalgrens in België heeft de aandacht getrokken van zowel wetenschappers, onderzoekers als enthousiastelingen. De impact ervan is op verschillende gebieden voelbaar, van wetenschap en technologie tot politiek en populaire cultuur. Door de jaren heen is het een onderwerp van debat en discussie geworden, wat tegenstrijdige meningen en controversiële theorieën heeft opgeleverd. In dit artikel gaan we dieper in op Taalgrens in België en onderzoeken we de implicaties ervan in de wereld van vandaag. Vanaf de oorsprong tot de huidige impact zullen we ons verdiepen in de fascinerende wereld van Taalgrens in België en ontdekken hoe deze onze perceptie en begrip van de wereld om ons heen heeft gevormd.

De taalgebieden van België
 Frans
 Duits
 Brussel-Hoofdstad (Nederlands en Frans)

De taalgrens in België is de officiële, taalkundige grens tussen de Nederlandstalige gebieden in Vlaanderen en de Franstalige en Duitstalige gebieden in Wallonië. De grens valt ruwweg samen met de breedtegraad 50°43' noorderbreedte. In het westen van België komt de grens tot aan Frankrijk, in het oosten tot aan Nederland.

Geschiedenis

Het Romeinse wegennet met de heirbaan Tongeren-Boulogne, herkenbaar als de min of meer rechte lijn tussen Boulogne-sur-Mer (B) en Tongeren (T), die vrijwel parallel loopt aan de huidige taalgrens
'Taalgrenzen' tussen het Oudnederlands en omliggende taalgebieden, volgens de filoloog Peter-Alexander Kerkhof, 2020 (bij benadering; in feite waren er geen scherpe taalgrenzen in de vroege middeleeuwen). Vrijwel heel Wallonië wordt hier tot het Oudnederlandse taalgebied gerekend

De volkeren die in het huidige België een rol zouden gaan spelen bij de latere vorming van de taalgrens manifesteerden zich vanaf het einde van de derde eeuw, toen het West-Romeinse Rijk de controle over zijn grenzen ging verliezen. Gallo-Romeinen uit de onveilig geworden Romeinse grensgebieden begonnen toen naar het zuiden uit te wijken. De lokale Romeinse legereenheden waren ten onder gegaan tijdens de slag bij Châlons en, belangrijker, zij werden gedurende twintig jaar niet vervangen. Dit maakte de weg vrij voor de vestiging van Germaans sprekende Franken in het ontvolkte gebied ten noorden van de strategisch belangrijke heirweg van Boulogne naar Keulen (zie plaatje hiernaast). Deze heirweg was geen rechte weg maar boog iets naar het zuiden af. De reden was dat zij een aantal belangrijke löss-gebieden verbond. In die tijd waren deze dichtbevolkte gebieden centra van de voedselproductie. De Franken werden in kleinere stamverbanden toegelaten als federati die zich formeel onder Romeins gezag stelden maar hun woongebieden volgens eigen recht bestuurden, te beginnen met de Salische Franken die zich op 'uitnodiging' van Julianus Apostata rond het midden van de vierde eeuw vestigden in Toxandrië, het huidige Brabant en Vlaanderen.

Na de definitieve terugtrekking rond 400 van het Romeinse gezag voegden de Salische Franken geleidelijk ook gebieden ten zuiden van deze heirweg aan hun gebied toe. Verreweg het succesvolst waren in de tweede helft van de vijfde eeuw de Frankische leiders die in het huidige Doornik hun hoofdstad hadden gevestigd. Zij legden de basis voor het Merovingische Rijk dat in het begin van de zesde eeuw nagenoeg geheel Frankrijk omvatte. In die tijd werd er zelfs tot aan de Seine Frankisch gesproken, zij het als minderheidstaal van een nieuwe feodale elite en hun dienstpersoneel.[bron?] Met de opkomst van de Pepiniden in de zesde en zevende eeuw, verschoof het machtscentrum naar de Maasvallei, de huidige Euregio Maas-Rijn. Volgens de taalkundige Peter-Alexander Kerkhof was de taal van de Pepinidische adel een Maaslandse variant van het Oudnederfrankisch, dat sterke invloeden had ondergaan van het door de autochtone bevolking in de Maasvallei gesproken Gallo-Romaans. Op zijn beurt beïnvloedde deze Germaanse elitetaal het gesproken Romaans ("volkslatijn") in het hele Frankische Rijk, vooral na de feitelijke machtsovername door Karel Martel (ca. 735). Na de opsplitsing van het rijk in Oost- en West-Francië (843), nam de wederzijdse beïnvloeding af.

Omstreeks de negende eeuw, toen het Oudfrans uit het Latijn, onder invloed van het Frankisch, als algemene volkstaal vorm had aangenomen, verdween het Frankisch weer uit deze streken; het laatst in een zone grenzend aan de huidige taalgrens. Daar was het Frankische bevolkingsaandeel het grootst, maar ook daar zou het Frans in de loop der eeuwen meer overwicht krijgen. Alleen in plaatsnamen kan men de toenmalige Frankische invloed nog ontwaren.

Belangrijk was dat de Frankische elite zich tot het christendom had bekeerd en voor een effectief bestuur nauw samenwerkte met de Rooms-Katholieke Kerk en dus ook niet per se vijandig stond tegen de Romeinse cultuur. Zij had bovendien de expertise nodig van een autochtone bovenlaag die zijn vorming in het Romeinse bestuur had ontvangen en daarmee de problemen van de toenmalige samenleving rationeler en effectiever kon aanpakken dan de Germaanse adel gewend en bij machte was te doen.

Na de tiende eeuw lag de huidige taalgrens min of meer vast. De tweetalige zone ten zuiden van de taalgrens werd Franstalig. Alleen in het uiterste zuidwesten, het hedendaagse Frans-Vlaanderen, was de taalgrens nog in beweging. Het gebied van Boulogne (Boonen) tot Duinkerke werd pas in de latere middeleeuwen Franstalig. In de Westhoek tussen Duinkerke en Bailleul (Belle) bleef een deel van de bevolking Vlaams spreken tot in de twintigste eeuw. Ook in het huidige België zijn langs de taalgrens in de afgelopen eeuwen nog Vlaams- en Brabantssprekende dorpen op het Frans overgegaan.

Heden

De taalgrens tussen Oost-Vlaanderen en Henegouwen in het Kluisbos

In het huidige België wonen ten noorden van de taalgrens de Vlamingen, die Nederlands spreken, en ten zuiden van de taalgrens wonen de Walen, die Frans spreken. De Duitstalige bewoners van de Oostkantons (in het oosten van Wallonië) behoren tot de Duitstalige Gemeenschap.

In de periode 1961-1963 werd de taalgrens wettelijk en definitief vastgelegd na een lange periode van taalstrijd. Sinds 1921 was het zo dat het taalregime van een gemeente kon worden aangepast op basis van de resultaten van de tienjaarlijkse talentelling. Zodra een minderheidstaalgroep meer dan 20% (en vanaf 1932, meer dan 30%) van de bevolking uitmaakte konden taalfaciliteiten afgedwongen worden. Een gemeente kon zelfs van taalregime veranderen indien de vroegere minderheidsgroep volgens de telling een meerderheid was geworden. De resultaten van een aantal talentellingen en vooral dan deze van 1947, de laatste die werd gehouden, gaven meermaals aanleiding tot politieke heibel. Vooral aan Vlaamse zijde werd een aantal resultaten betwist, en de volgende telling die zou doorgaan in de jaren 50 kwam er niet meer nadat een aantal Vlaamse burgemeesters weigerde ze uit te voeren. De evolutie van de cijfers tussen 1930 en 1947 (de telling van 1940 ging niet door als gevolg van W.O. II), was voor sommige gemeenten dan ook bepaald opmerkelijk te noemen, zo telde het stadje Edingen in 1930 nog 51% Nederlandstaligen, en in 1947 nog slechts 11%, een verschil dat niet door migratie te verklaren is; wel is duidelijk dat de ontwikkelingen tijdens de oorlog een grote invloed hadden op de naoorlogse stemming. In de zes dorpen van de Voerstreek deed zich een vergelijkbaar fenomeen voor, waren er in 1930 nog 81,2% Nederlandstaligen dan was dit aantal in 1947 tot 42,9% geslonken. Het is duidelijk dat de ambtelijke talentelling niet de moedertaal of de meest gebruikte omgangstaal registreerde maar de taal-gezindheid. Steeds meer tweetaligen en zelfs nauwelijks Franssprekenden gaven zich uit politieke overwegingen op als Franstalig met de bedoeling het bestuur en het onderwijs in hun gemeente te verfransen. Deze Fransgezindheid was vooral groot na de beide wereldoorlogen waarin de Duitse bezetter zich pro-Vlaams had betoond en steun had gekregen van een deel van de Vlaamse Beweging.

Bij de wettelijke vastlegging van de taalgrens werd daarom meteen ook besloten dat de officiële tienjaarlijkse talentelling afgeschaft werd en dat daarmee de grens een blijvende zou zijn die niet meer ter discussie zou komen. Dat zou later alleen in de Voerstreek en in de Brusselse randgemeenten (Brusselse Rand) nog tot taalstrijd aanleiding geven.

Het bepalen van de taalgrens zelf maakte deel uit van de werkzaamheden van het zogenaamde Centrum Harmel dat bij wet opgericht werd in 1948. Binnen de politieke commissie van het centrum kregen twee leden, de Vlaming Jan Verroken en de Waal Jean Van Crombrugge, elk afzonderlijk de opdracht een kaart uit te tekenen. Beide kaarten bleken vrijwel identiek, en na enkele kleine aanpassingen werd de kaart van Van Crombrugge aangenomen door de commissie en werd ze op 10 juni 1952 eenparig goedgekeurd door de algemene vergadering van het centrum. Toch zou het wetsontwerp ter zake, dat in 1961 ingediend werd door minister Arthur Gilson, belangrijke verschillen met deze kaart vertonen. Zo werd Edingen door het centrum als Nederlandstalig beschouwd, met een Franstalige minderheid die in aanmerking kon komen voor faciliteiten, en was het in het wetsontwerp net andersom. Finaal zou Edingen (Frans: Enghien) Waals worden met faciliteiten voor de Nederlandstaligen. Het wetsontwerp zelf zou op zijn beurt nog gewijzigd worden tijdens de parlementaire bespreking. De uiteindelijke goedkeuring door de Kamer van volksvertegenwoordigers kwam er op 31 oktober 1962. Deze wet werd gestemd met 130 stemmen voor (waarvan 96 Vlaamse en 34 Franstalige stemmen) en 56 tegen (waarvan 54 Franstalige en 2 liberale Vlaamse stemmen). Daarbij was er een tweespalt binnen de Franstalige socialistische en christendemocratische fracties die op dat moment in de regering zaten: 22 Franstalige socialisten waren voor, 23 tegen; bij de Franstalige christendemocraten waren er 12 pro en 13 contra. De taalgrens zou wettelijk van kracht worden op 1 september 1963.

Bij het vastleggen van de taalgrens was het de bedoeling om de provincies zo veel mogelijk eentalig te maken, om tot een administratieve vereenvoudiging te komen. Als gevolg hiervan werd een aantal grenzen hertekend en werd een aantal gemeenten overgeheveld van de ene naar de andere provincie, beide grenzen vallen nu samen. Enige uitzondering hierop was destijds de provincie Brabant die doormidden gesneden werd door de taalgrens en pas op 1 januari 1995 gesplitst werd in resp. Vlaams-Brabant en Waals-Brabant. Door de taalgrenzen worden ook de vier officiële taalgebieden begrensd: het eentalige Nederlandse taalgebied (dat nu samenvalt met het Vlaams Gewest), het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad (het Brussels Hoofdstedelijk Gewest), het Franse taalgebied en het Duitse taalgebied. Deze laatste twee vormen samen het huidige Waals Gewest. Opmerkelijk is dat alle gemeenten in het Duitse taalgebied faciliteitengemeenten zijn, ook al bedraagt het aantal Franstaligen in deze regio slechts circa 10%.

Sommige gemeenten met een belangrijke anderstalige minderheid (meer dan 30% bij de laatste talentelling) werden faciliteitengemeenten. Deze dorpen en steden bieden de lokale gemeentelijke dienstverlening en de diensten van bijvoorbeeld de NMBS ook aan in de minderheidstaal. In veel faciliteitengemeenten wordt ook onderwijs in de minderheidstaal aangeboden. Voor de dienstverlening door de intermediaire en hogere overheden (provincie en Vlaamse overheid) gelden geen taalfaciliteiten.

Overgehevelde gemeenten bij vastleggen van de taalgrens in 1962

Van west naar oost:

Van West-Vlaanderen naar Henegouwen
Ploegsteert - Waasten (Warneton) - Neerwaasten (Bas-Warneton) - Houthem - Komen (Comines) - Moeskroen (Mouscron) - Lowingen (Luingne) - Herzeeuw (Herseaux) - Dottenijs (Dottignies)
Van Oost-Vlaanderen naar Henegouwen
Orroir - Amougies - Rozenaken (Russeignies)
Van Henegouwen naar Oost-Vlaanderen
Everbeek
Van Henegouwen naar Brabant
Bever - Sint-Pieters-Kapelle
Van Brabant arrondissement Brussel naar Brabant arrondissement Nijvel
Bierk (Bierghes) - Sint-Renelde (Saintes)
Van Brabant arrondissement Leuven naar Brabant arrondissement Nijvel
Sluizen (l'Écluse) - Zittert-Lummen (Zétrud-Lumay) - Opheylissem - Neerheylissem
Van Luik naar Brabant
Attenhoven - Eliksem - Laar - Landen - Neerhespen - Neerlanden - Neerwinden - Overhespen - Overwinden - Rumsdorp - Waasmont - Walsbets - Walshoutem - Wange - Wezeren
Van Limburg naar Luik
Corswarem - Wouteringen (Otrange) - Rukkelingen-aan-de-Jeker (Roclenge-sur-Geer) - Bitsingen (Bassenge) - Wonck - Eben-Emael - Ternaaien (Lanaye)
Van Luik naar Limburg
Moelingen - 's-Gravenvoeren - Sint-Martens-Voeren - Sint-Pieters-Voeren - Teuven - Remersdaal

De taalgrensgemeenten bij de bepaling van de taalgrens

Onderstaande tabel geeft per gemeente gelegen aan de taalgrens een overzicht van de resultaten van de eerste (1846) en van de laatste twee talentellingen voorafgaand aan het vastleggen van de taalgrens (1930 en 1947), het voorstel van het Centrum Harmel, het wetsontwerp van minister van Binnenlandse Zaken Gilson, en de eindbeslissing goedgekeurd bij wet door het parlement. De gemeenten zijn weergegeven van west naar oost.

Nederlands/Frans

Gemeente Telling 1846 Telling 1930 Telling 1947 Voorstel Centrum Harmel Wetsontwerp Gilson Eindbeslissing
NL FR NL FR NL FR
Nieuwkerke 1958 648 1617 600 1471 723 Nederlandstalig uitgezonderd wijk Clef de Hollande Clef de Hollande is FR-talig gaat naar Ploegsteert
Ploegsteert 1124 3765 849 3764 Franstalig met faciliteiten voor NL-taligen, blijft bij West-Vlaanderen met faciliteiten voor NL-taligen, gaat naar Henegouwen
Waasten 234 5165 489 2643 436 2688
Mesen 1060 363 679 322 710 339 Nederlandstalig met faciliteiten voor FR-taligen, blijft bij West-Vlaanderen
Neerwaasten 5 713 145 644 120 631 Franstalig met faciliteiten voor NL-taligen, blijft bij West-Vlaanderen met faciliteiten voor NL-taligen, gaat naar Henegouwen
Houthem 129 967 269 966 169 1045
Komen 383 3099 1490 5734 1173 6622 Franstalig, de wijk Kruiseik is NL-talig met faciliteiten voor NL-taligen, blijft bij West-Vlaanderen, Kruiseke gaat naar Wervik met faciliteiten voor NL-taligen, gaat naar Henegouwen, Kruiseke gaat naar Wervik
Rekkem 509 1602 2475 1324 3089 1186 Nederlandstalig, de wijk Risquons-Tout is FR-talig Risquons-Tout gaat naar Moeskroen
Moeskroen 322 5853 10 107 21 499 8076 27 085 Franstalig, met mogelijkheid van taalfaciliteiten voor NL-taligen met faciliteiten voor NL-taligen, blijft bij West-Vlaanderen met faciliteiten voor NL-taligen, gaat naar Henegouwen
Lowingen 60 1377 997 1633 839 2032 Franstalig, gebied ten noorden van de Spierebeek is NL-talig
Herzeeuw 82 2024 1699 4414 1214 5555 Franstalig
Dottenijs 367 3628 1066 4219 714 5030 Franstalig, gebied ten noorden van de Spierebeek is NL-talig
Spiere 114 995 412 503 304 567 Franstalig Nederlandstalig met faciliteiten voor FR-taligen, blijft bij West-Vlaanderen
Helkijn 926 152 552 618 459 498 Nederlandstalig blijft bij West-Vlaanderen
Orroir 93 643 134 508 71 628 Franstalig gaat van Oost-Vlaanderen naar Henegouwen
Amougies 19 836 191 728 98 891
Rozenaken 200 687 203 409 86 520
Ronse 9364 2831 17 830 5639 17 262 7952 Nederlandstalig, met mogelijkheid van taalfaciliteiten voor FR-taligen, de wijk Deurne is FR-talig met taalfaciliteiten voor FR-taligen, Deurne gaat naar Elzele met taalfaciliteiten voor FR-taligen, Deurne blijft bij Ronse
Elzele 576 5030 398 4491 450 3806 Franstalig, de gehuchten Broeken, Koekomere en La Haute zijn NL-talig en gaan naar Ronse
Vloesberg 235 4905 242 3198 241 3116 Franstalig, de gehuchten d'Hutte en d'Hoppe zijn NL-talig d'Hutte en d'Hoppe gaan naar Opbrakel en Schorisse in Oost-Vlaanderen met faciliteiten voor NL-taligen, d'Hutte gaat naar Opbrakel, d'Hoppe blijft bij Vloesberg
Everbeek 3751 98 1995 311 1763 284 Nederlandstalig gaat van Henegouwen naar Oost-Vlaanderen
Twee-Akren 724 2965 895 3176 710 3247 Franstalig, de gehuchten Akrenbos, Donkerstraat en Haie-de-Viane zijn NL-talig Akrenbos, Donkerstraat en Haie-de-Viane gaan naar Overboelare, Moerbeke en Viane in Oost-Vlaanderen Akrenbos gaat naar Bever, Donkerstraat en Haie-de-Viane gaan naar Viane
Bever 3153 272 1520 616 662 981 Nederlandstalig, de wijk Groenstraat-Warresaert is FR-talig Bever gaat naar provincie Brabant, Groenstraat-Warresaert gaat naar Zullik provincie Henegouwen met taalfaciliteiten voor FR-taligen, Bever gaat naar provincie Brabant, Groenstraat-Warresaert gaat naar Zullik provincie Henegouwen
Sint-Pieters-Kapelle 2203 44 1329 65 1080 170 Nederlandstalig gaat naar provincie Brabant
Mark 1122 1141 711 719 117 1151 Nederlandstalig, het gehucht Labliau is FR-talig Nederlandstalig, gaat naar de provincie Brabant, gehuchten Labliau (Abele), Hembecq (Hembeek) gaan naar Zullik, Opzullik, Hove en Graty provincie Henegouwen Franstalig met taalfaciliteiten voor NL-taligen, blijft volledig bij Henegouwen
Edingen 2796 1118 2335 2092 481 3491 Nederlandstalig, met mogelijkheid van taalfaciliteiten voor FR-taligen Franstalig met taalfaciliteiten voor NL-taligen, blijft bij Henegouwen
Lettelingen 511 1395 887 1607 387 2199 Franstalig, de wijk Kokejane is NL-talig Kokejane gaat naar Herne provincie Brabant
Bierk 5 1026 310 732 129 822 Franstalig gaat van arrondissement Brussel (provincie Brabant) naar arrondissement Nijvel (provincie Brabant)
Sint-Renelde 335 1626 812 2017 355 2277 Franstalig, het gehucht Herbeek is NL-talig gaat van arrondissement Brussel naar arrondissement Nijvel, Herbeek gaat naar Lembeek arr. Brussel gaat volledig van arrondissement Brussel naar arrondissement Nijvel
Eigenbrakel 54 4952 293 10 119 590 11 079 Franstalig, het gehucht ’t Walinneke (Curé-la-Flûte) is NL-talig ’t Walinneke gaat naar Sint-Genesius-Rode arrondissement Halle Eigenbrakel blijft volledig in het arrondissement Nijvel
Sint-Genesius-Rode 2643 168 5578 1085 5588 2058 Nederlandstalig, de wijken Chenois en l'Hermite zijn FR-talig Chenois en l'Hermite gaan naar Eigenbrakel en Waterloo in het arrondissement Nijvel met taalfaciliteiten voor FR-taligen, wijk Kwaadrode (deel van Chenois en l'Hermite die zelf reeds bij Eigenbrakel en Waterloo waren) gaat naar Eigenbrakel
Terhulpen 146 1497 343 3421 554 3392 Franstalig, het noordelijk deel is NL-talig de gehuchten 't Rot en Bakenbos gaan naar Hoeilaart of Overijse arrondissement Brussel 't Rot en Nieuw-Bakenbos gaan naar Hoeilaart
Overijse 4904 0 7200 768 7874 1251 Nederlandstalig, de wijk La Corniche is FR-talig La Corniche gaat naar Terhulpen arrondissement Nijvel
Waver 26 5728 132 7893 214 7651 Franstalig, het noordelijk deel is NL-talig een deel ten noorden gaat naar Ottenburg arrondissement Leuven Waver blijft volledig in het arrondissement Nijvel
Sluizen 83 406 136 271 67 268 Franstalig gaat van arrondissement Leuven naar arrondissement Nijvel
Zittert-Lummen 483 1010 49 750 50 642 Franstalig, gaat van arrondissement Leuven naar Nijvel, het gehucht Elst gaat naar Hoegaarden
Opheylissem 25 757 27 720 11 683 Franstalig, gaat van arrondissement Leuven naar arrondissement Nijvel
Neerheylissem 94 1237 1 1884 78 1787
Montenaken 1023 9 1434 45 1420 47 Nederlandstalig, de wijk La Bosquée (Bosschelle Hoeve) is FR-talig La Bosquée gaat naar Cras-Avernas provincie Luik
Roost-Krenwijk 331 227 149 622 78 587 Franstalig blijft in de provincie Luik
Corswarem 50 418 87 816 154 814 Franstalig, gaat naar provincie Luik, de wijk Hasselbroek is NL-talig en gaat naar Jeuk provincie Limburg
Wouteringen 0 370 54 346 25 336 Franstalig Franstalig, gaat naar provincie Luik
Herstappe 126 9 63 51 73 55 Nederlandstalig blijft in provincie Limburg met taalfaciliteiten voor FR-taligen, blijft bij Limburg
Rutten 953 74 960 36 Nederlandstalig, het gehucht Al Savate is FR-talig Al Savate gaat naar Elch provincie Luik
Elch 5 1031 17 1325 39 1290 Franstalig een strook in het noorden gaat naar Diets-Heur provincie Limburg een strook in het noorden gaat naar Rutten provincie Limburg
Sluizen 374 91 527 137 573 133 Nederlandstalig, het gehucht Vinâve is FR-talig Vinâve gaat naar Glaaien provincie Luik
Glaaien
Boirs
Rukkelingen-aan-de-Jeker
Bitsingen
Wonck
Eben-Emael
Ternaaien 106 789 150 802 221 732 Franstalig, het gehucht Klein-Ternaaien is NL-talig gaat volledig naar provincie Luik
Moelingen 317 219 469 177 182 487 Nederlandstalig, speciaal taalregime na overleg met gemeentebestuur met taalfaciliteiten voor FR-taligen, blijft in provincie Luik arrondissement Verviers met taalfaciliteiten voor FR-taligen, gaat naar provincie Limburg
's-Gravenvoeren 1320 79 922 307 521 672
Sint-Martens-Voeren 1120 42 805 88 480 348
Sint-Pieters-Voeren 467 19 249 38 163 164
Teuven 512 28 538 54 283 324
Remersdaal 316 102 92 294
Aubel 1811 1376 254 2588 133 2781
Clermont 78 1933 207 1391 27

Nederlands/Frans/Duits

Gemeente Talentelling 1846 Talentelling 1930 Talentelling 1947 Voorstel Centrum Harmel Wetsontwerp Gilson Eindbeslissing
NL FR D NL FR D NL FR D
Sippenaeken 194 54 152 59 139 110 42 228 9 Franstalig met slapende faciliteiten voor NL- en D-taligen, blijft bij Luik.
Gemmenich 1138 17 34 81 430 2016 292 1428 543
Homburg 1499 139 35 74 1028 247 139 1202 132
Montzen 4 24 933 117 2206 480 109 1933 210
Moresnet 409 69 48 22 300 939 69 996 179
Hendrik-Kapelle 198 1161 6 33 887 561 64 1266 134
Welkenraedt 7 140 328 155 3352 1323 167 3962 505
Baelen 1154 1018 48 34 1391 363 39 1541 158
Membach 0 84 667 3 178 693 8 716 172

Duits/Frans (prov. Luik)

Gemeente Telling 1930 Telling 1947 Voorstel Centrum Harmel Wetsontwerp Gilson Eindbeslissing
D FR D FR
Kelmis Duitstalig met faciliteiten voor FR-taligen
Neu-Moresnet
Hergenrath
Lontzen
Walhorn
Raeren
Hauset
Eynatten
Eupen
Kettenis
Malmedy Franstalig met faciliteiten voor D-taligen
Bellevaux-Ligneuville
Bévercé
Weismes
Faymonville
Robertville
Bütgenbach Duitstalig met faciliteiten voor FR-taligen
Elsenborn
Büllingen
Manderfeld
Rocherath
Amel
Meyerode
Heppenbach
Sankt Vith
Recht
Schönberg
Lommersweiler
Crombach
Reuland
Thommen

Frans/Duits (prov. Luxemburg)

Gemeente Telling 1846 Telling 1930 Telling 1947 Voorstel Centrum Harmel Wetsontwerp Gilson Eindbeslissing
FR D FR D FR D
Beho
Tintange
Martelange
Nothomb
Attert
Nobressart
Hachy
Tontelange
Thiaumont
Heinsch
Bonnert
Guirsch
Aarlen
Autelbas
Toernich
Wolkrange
Hondelange
Sélange
Messancy
Habergy
Aix-sur-Cloie
Aubange
Athus
Guerlange

Voerstreek

Op sommige plaatsen gaf het wettelijk vastleggen van de taalgrens problemen. De zes dorpen van de Voerstreek ten zuiden van het Nederlandse Zuid-Limburg, die vroeger bij de provincie Luik hoorden, werden na de vaststelling van de taalgrens ingedeeld bij het Nederlandstalige Belgisch-Limburg. Ondanks de voor hen voorziene taalfaciliteiten leidde dit tot groot ongenoegen van de Franstalige inwoners, die de politieke partij Retour à Liège oprichtten. Als tegenhanger bundelden de Nederlandstaligen zich in Voerbelangen. Behalve politieke partijen werd ook een militante groepering opgericht: de Franstaligen richtten de Action Fouronnaise (AF) op, de Nederlandstalige Voerenaren, verenigd in de harde Vlaamse Voerkern konden rekenen op de steun van het Vlaamse Taal Aktie Komitee (TAK). De periode 1979-1981 was zeer grimmig, met veel kleine vernielingen en knokpartijen en een paar schietincidenten. Na de fusie van de zes gemeenten in 1977 bereikte het conflict in de jaren 80 een nationale dimensie door de benoeming van de omstreden Franstalige José Happart tot burgemeester. Van 2001 tot 2020 is de Nederlandstalige Huub Broers burgemeester en bleven de acties beperkt tot het wegschilderen van Franstalige of Nederlandstalige benamingen op de tweetalige bewegwijzering en plaatsnaamborden.

Zie ook

Literatuur

  • Luc Van Durme, "De vroege Germaans-Romaanse taalgrens in België en Noord-Frankrijk", in: Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie & Dialectologie, vol. 57, 1983, p. 189-247
  • D. Lamarcq en M. Rogge, De taalgrens: van de oude tot de nieuwe Belgen, Leuven, 1996
  • Catharina Peersman, Gijsbert Rutten en Rik Vosters (eds.), Past, Present and Future of a Language Border. Germanic-Romance Encounters in the Low Countries, 2015, ISBN 1614514151

Externe link