André Leroi-Gourhan

In dit artikel gaan we dieper in op André Leroi-Gourhan en verkennen we de vele facetten ervan. André Leroi-Gourhan is een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van zowel experts als amateurs, en de relevantie ervan strekt zich uit over verschillende terreinen. Door de geschiedenis heen heeft André Leroi-Gourhan een cruciale rol gespeeld in de samenleving, cultuur en wetenschap, en een voor en na gemarkeerd in de manier waarop we de wereld om ons heen begrijpen. Door middel van een gedetailleerde en uitputtende analyse zullen we de verschillende aspecten van André Leroi-Gourhan onderzoeken, van de oorsprong tot de impact ervan op het heden. We zullen ontdekken hoe André Leroi-Gourhan door de jaren heen is geëvolueerd en wat de relevantie ervan vandaag de dag is. Dit artikel nodigt je uit om jezelf onder te dompelen in de fascinerende wereld van André Leroi-Gourhan en te ontdekken waarom het vandaag de dag nog steeds een onderwerp van interesse en debat is.

André Leroi-Gourhan
Schets van André Leroi-Gourhan
Persoonsgegevens
Geboren Parijs 25 augustus 1911
Overleden Parijs 19 februari 1986
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Functie Archeoloog, Paleontoloog, Paleoantropoloog
Oriënterende gegevens
Beïnvloed door Marcel Mauss
Beïnvloedde Gilbert Simondon, Georges Canguilhem, Gilles Deleuze, Jacques Derrida, Bernard Stiegler
Portaal  Portaalicoon   Filosofie

André Leroi-Gourhan (Parijs 25 augustus 1911 - aldaar, 19 februari 1986) was een Frans archeoloog, paleontoloog, paleoantropoloog die zich in de eerste plaats heeft beziggehouden met technologie en esthetica. Hij was een leerling van Marcel Mauss. Zelf zou zijn werk invloed hebben op een reeks Franse denkers, vaak filosofen, zoals Gilbert Simondon, Georges Canguilhem, Jacques Derrida en Bernard Stiegler.

Denken

In boeken zoals L'Homme et la matière (1943), Milieu et techniques (1945) en later in La Geste et la Parole (1964-1965) werkt Leroi-Gourhan een vroege geschiedenis van de techniek uit. Hij introduceert hier het concept van 'technische tendens' (tendance technique) waarmee hij doelt op de autonome tendens die in de ontwikkeling van techniek zit, los van de concrete menselijke culturen (de 'etniciteit'). Techniek evolueert met andere woorden volgens een eigen logica die in de vroege stadia in alle culturen waar te nemen zijn: men gebruikt bijvoorbeeld overal scherpe stenen om dingen in stukken te snijden. De vorm van deze stenen kunnen wel variëren naargelang de culturele inkleuring. Zo'n inkleuring of invulling door een specifieke cultuur (of etnie) noemt Leroi-Gourhan dan een 'technisch feit' (fait technique).

Leroi-Gourhan kijkt naar menselijke groepen of culturen volgens het model van het levende organisme: een menselijke groep gaat zich afschermen van de externe omgeving via een reeks (technische) objecten dat kan opgevat worden als een soort membraan. Er moet met andere woorden een onderscheid worden gemaakt tussen het externe milieu, namelijk de geografie en het klimaat, en een interne omgeving, namelijk het gedeelde verleden en de gedeelde cultuur van een groep. Een technische tendens is in dit verband dan ook een beweging vanuit de interne omgeving naar de externe omgeving toe, die hierdoor wordt omgevormd tot een deel van de interne omgeving.

Cruciaal binnen de menselijke evolutie was, volgens Leroi-Gourhan, de transitie naar tweevoetigheid. Hierdoor kwamen enerzijds de handen van de mens vrij zodat hij dingen kon vastnemen en gebruiken, en anderzijds resulteerde dit in de ontwikkeling van cortex cerebri, waardoor de mens ook taal kon ontwikkelen. De mens is dan ook te onderscheiden van de dieren omdat hij, hierdoor, technische instrumenten kon gebruiken en ontwikkelen. De mens beschikt dus over een derde vorm van geheugen, namelijk het technische geheugen (naast het 'genetische geheugen' in het DNA en het individuele geheugen van het zenuwstelsel).

Het werk van Leroi-Gourhan is in de 20e eeuw door een reeks invloedrijke Franse denkers aangehaald en besproken. Zo bediscussieert Jacques Derrida Leroi-Gourhan in De la grammatologie (1967) en baseert hij deels zijn concept van différance hierop. Leroi-Gourhan wordt ook meermaals geciteerd in het werk van Georges Canguilhem, maar ook in L'Anti-Oedipe (1972) van Gilles Deleuze en Félix Guattari. Vanaf de jaren 90 heeft ook Bernard Stiegler het werk van Leroi-Gourhan weer onder de aandacht gebracht, door in zijn filosofie Leroi-Gourhan een centrale plaats te geven.

Bibliografie

  • La civilisation du renne, Paris, Gallimard, 1936.
  • Bestiaire du bronze chinois de style Tcheou, Paris, Éditions d'art et d'histoire, 1936.
  • L'Homme et la Matière: Evolution et techniques, Paris, Albin Michel, 1943.
  • Milieu et techniques, Paris, Albin Michel, 1945.
  • Archéologie du Pacifique-Nord : matériaux pour l’étude des relations entre les peuples riverains d’Asie et d’Amérique, Paris, Institut d’ethnologie, 1946.
  • Le Geste et la Parole, 1.: Technique et langage, 2.: Mémoire et les Rythmes, Paris, Albin Michel, 1964-1965.
  • Les Religions de la Préhistoire, Paris, PUF, Quadrige, 1964.
  • Préhistoire de l'art occidental, Paris, Mazenod, 1965.
  • Les Racines du monde : entretiens, Paris, Belfond, 1982.
  • Le Fil du temps : ethnologie et préhistoire, Paris, Fayard, 1983.
  • L'Art des cavernes : atlas des grottes ornées paléolithiques françaises, Paris, Imprimerie nationale, 1984.
  • Dictionnaire de la Préhistoire, Paris, PUF, 1988.
  • L'Art pariétal : langage de la préhistoire, Grenoble, Jérôme Millon, 1992.
  • Les chasseurs de la préhistoire, Paris, A.-M. Métailié, 1992.
  • Pages oubliées sur le Japon, Grenoble, Jérôme Millon, 2004.