In de wereld van vandaag is Bodemsanering voor veel mensen een onderwerp geworden dat van groot belang is. Of het nu vanwege zijn relevantie in de samenleving, zijn impact op het dagelijks leven of zijn historische betekenis is, Bodemsanering heeft de aandacht getrokken van individuen van alle leeftijden en achtergronden. Sinds zijn opkomst is Bodemsanering het onderwerp geweest van debat, studie en analyse, wat een grote hoeveelheid onderzoek en meningen heeft opgeleverd die proberen het belang en de impact ervan in verschillende contexten te begrijpen. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Bodemsanering onderzoeken, van de oorsprong tot de huidige invloed ervan, met als doel een alomvattend beeld te geven van dit onderwerp dat vandaag de dag zo relevant is.
Bodemsanering is het proces om een stuk grond vrij van bodemverontreiniging te maken. De bredere term bodembescherming verwijst niet alleen naar het saneren van verontreinigde bodems, maar ook naar het voorkomen van toekomstige verontreiniging.
Voor bodemsanering bestaan diverse methoden en technieken. De keuze en uitvoering hangen onder andere af van de plaats, de aard en de ernst van de vervuiling en van de functie van de bodem (wonen, industrie, landbouw...). Ook de prijs speelt een niet onbelangrijke rol bij de keuze van een saneringstechniek. Bij het beoordelen van de ernst van de verontreiniging, en van het uiteindelijke resultaat spelen de streef- en interventiewaarden een grote rol.
In Nederland blijven de streefwaarden voor grond alleen van belang in het kader van de zorgplicht (artikel 13 Wet bodembescherming, Wbb), bij nieuwe gevallen van bodemverontreiniging. Als er gesaneerd moet worden geldt de streefwaarde vaak als terugsaneerwaarde. In geval dat een verontreinigende stof in verhoogde concentratie voorkomt (bijvoorbeeld door een andere oorzaak of van natuurlijke herkomst is) hanteert men de lokale achtergrondwaarde.
De verschillende technieken kunnen in drie groepen ondergebracht worden:
Bij de in-situtechniek wordt de verontreiniging in de bodem ter plaatse verwijderd. Bij deze techniek is soms een blijvende nazorg noodzakelijk. De techniek is dan gebaseerd op twee pijlers. De isolatie en de in-situverwijdering van polluenten.
De isolatie die wordt toegepast is afhankelijk van het type bodem.
Naast ontgraving bestaan er drie algemene in-situsaneringsmethoden:
Daarnaast zijn er ook hulptechnieken die saneringen kunnen versnellen. Door de bodem te verwarmen worden veel verontreinigingen mobieler en kunnen ze sneller verwijderd worden. Opwarmen van de bodem kan onder meer door middel van elektriciteit (elektroreclamatie) of door middel van stoominjectie (stoom gestimuleerde extractie). Een andere hulptechniek is bijvoorbeeld het beter oplossen van verontreinigingen door injectie van oppervlakte-actieve stoffen (surfactants).
Bij de on-sitetechniek wordt de verontreiniging verwijderd. De grond wordt afgegraven, al dan niet met behulp van grondzuigen, en ter plaatse gesaneerd en hergebruikt.
Bij de ex-situtechniek wordt de verontreiniging verwijderd. De verontreinigde grond wordt afgegraven, al dan niet met behulp van grondzuigen, en afgevoerd naar een plaats waar de grond gesaneerd kan worden. De technieken zijn dezelfde als bij de on-sitemethode. Zie grondreiniging.
Bronnen, noten en/of referenties
|