Boudewijn Catz

In dit artikel zullen we de fascinerende geschiedenis van Boudewijn Catz verkennen, een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van zowel academici, wetenschappers als enthousiastelingen. Door de jaren heen heeft Boudewijn Catz een cruciale rol gespeeld in de samenleving en aanzienlijke veranderingen beïnvloed in de manier waarop we leven en de wereld om ons heen begrijpen. Vanaf zijn bescheiden begin tot zijn huidige impact heeft Boudewijn Catz een onuitwisbare stempel gedrukt op de geschiedenis, en in dit artikel gaan we dieper in op zijn complexe en opwindende verhaal. Door middel van een gedetailleerde analyse en een diepgaande blik op de vele facetten ervan hopen we licht te werpen op dit onderwerp en onze lezers een alomvattend beeld te bieden.

Boudewijn Catz, gravure van Pieter Holsteyn (II)

Boudewijn Catz of Cats (Gorinchem, ca. 1601 - Leuven, 18 mei 1663) was apostolisch vicaris van de Hollandse Zending (in de rooms-katholieke traditie) en aartsbisschop van Utrecht (in de oudkatholieke traditie) van 1662 tot 1663.

Boudewijn Catz werd vicaris van het bisdom Haarlem en werd na de dood van Jacobus de la Torre, met voorbijgaan van diens coadjutor Johannes van Neercassel, op 31 mei 1662 tot apostolisch vicaris benoemd. Op 9 september 1662 werd hij in Keulen tot titulair aartsbisschop van Philippi gewijd. Bij zijn benoeming schijnt hij al geestelijk zwak geweest te zijn en hij stierf krankzinnig. Tijdens zijn korte bestuur liet hij zich geheel leiden door zijn coadjutor Van Neercassel, die hem opvolgde.

Door de oudkatholieke Kerk wordt Catz gerekend te behoren tot de (aarts)bisschoppelijke lijn.

Voorganger:
Jacobus de la Torre
Apostolisch vicaris der Hollandse Zending
(in de rooms-katholieke traditie)
Aartsbisschop van Utrecht
(in de oudkatholieke traditie)
1662-1663
Opvolger:
Johannes van Neercassel