Carel Dake

In dit artikel gaan we dieper in op het onderwerp Carel Dake, dat de afgelopen jaren tot grote belangstelling en controverse heeft geleid. Sinds zijn opkomst heeft Carel Dake de aandacht getrokken van mensen uit verschillende vakgebieden, wat heeft geleid tot gepassioneerde debatten en tegenstrijdige meningen. Met deze analyse willen we de verschillende aspecten rond Carel Dake in detail onderzoeken, met als doel licht te werpen op het belang, de implicaties en mogelijke toekomstige ontwikkelingen ervan. Met een multidisciplinaire aanpak zullen we zowel de historische, culturele, sociale en wetenschappelijke dimensies ervan aanpakken, als de diverse perspectieven die er over de kwestie bestaan, in een poging een alomvattende en verrijkende visie op Carel Dake te bieden.

Carel Lodewijk Dake (Amsterdam, 26 augustus 1857 – aldaar, 8 augustus 1918) was een Nederlands kunstschilder.

Hij doceerde aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam, waar hij onder meer les gaf aan Guillaume Eberhard, Johanna Pieneman, Lizzy Ansingh, Germ de Jong Tine Baanders en Lou Loeber.

Dake was lid van de Amsterdamse kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae en voorzitter in de periode 1892-1896.

Zijn zoon Carel Lodewijk Dake jr (1886-1946) was eveneens kunstschilder en graficus, en was werkzaam in Nederland, San Francisco en met name in Nederlands-Indië. Ook woonde hij enige tijd in India en China. Hij was gewijd tot Boeddhistisch priester, was een kenner van oosterse godsdienstfilosofie en was lid van de Orde van Vrijmetselaren.[bron?]

Zie de categorie Carel Dake the Elder van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
  1. https://www.britishmuseum.org/collection/term/BIOG24348