Gal (plantkunde)

In het artikel van vandaag gaan we ons verdiepen in de spannende wereld van Gal (plantkunde). Of u nu een expert op dit gebied bent of gewoon nieuwsgierig bent naar meer informatie, dit artikel is voor iedereen. We zullen de verschillende aspecten en perspectieven verkennen die verband houden met Gal (plantkunde), van de geschiedenis ervan tot de toepassing ervan vandaag de dag. We zullen de mogelijke voordelen, uitdagingen en controversiële gebieden ervan ontdekken, zodat u aan het einde van het lezen een vollediger en verrijkend begrip van Gal (plantkunde) kunt krijgen. Mis deze kans niet om uw kennis over Gal (plantkunde) uit te breiden!

Een sluipwesp legt een ei in de larve die zich in deze gal op een eikenblad bevindt.

Een (planten-) gal is een woekering van een plant, ontstaan door een parasiet of symbiont, meestal een insect (een galwesp, galmug, gewone vijgenwesp, vlieg, bladluis of galmijt) dat zijn eieren in de plant legt. De gal, waarvan de vorm specifiek is voor een bepaalde parasiet, dient als behuizing en voedsel voor de larve. Er bestaan ook gallen die door schimmels worden veroorzaakt. De tak van wetenschap die zich met gallen bezighoudt wordt cecidologie genoemd. De algemeenste en best onderzochte galwesp is de Cynips quercusfolii die de bekende galappels veroorzaken.

Naargelang de vorm van de gal spreekt men over een beursgal (bijv. op ereprijs), blaasgal (bijv. op els), buidelgal (bijv. op iep), hoorngal, knobbelgal, spiraalgal (bijv. op Italiaanse populier).

Talloze soorten insecten zijn in staat om het ontstaan van een gal op een plant te induceren; daarnaast zijn er ook veel insecten die specifiek op de in de gal groeiende larven parasiteren door hun ei in de larve binnen in de gal te leggen. Het insect dat uit het gal komt, is dus niet per se de veroorzaker van die gal.

Er zijn gallen van stengels, bladeren, en bloemen bekend. Men spreekt dan van bladgal, bloemgal, knopgal, meeldraadgal, schorsgal, stengelgal of wortelgal. Ze hebben lang niet allemaal de karakteristieke bolvorm van de bekende inktgallen op eikenbladeren. Bij de gewone zomereik, een populaire plant voor galvormende insecten, zijn tientallen soorten gallen aangetroffen.

Inkt

Uit de galappels van eikenbladeren werd in het verleden inkt gemaakt door toevoeging van ijzer(II)sulfaat. Deze techniek was al bekend in de Romeinse tijd. De galappels bevatten veel looizuur dat een verbinding maakt met ijzer(II)sulfaat. Deze verbinding is in het begin kleurloos, maar wordt zwart door blootstelling aan de lucht (oxidatie tot ijzer(III)sulfaat). In oude inkten werd daarom een extra kleurstof toegevoegd, een extract van blauwhout, zodat tijdens het schrijven de letters ook leesbaar waren. Deze kleurstof is niet lichtecht en verdwijnt dan ook op den duur.

De gallusinkt is zuur en tast op termijn het papier aan. Dit verschijnsel wordt inktvraat genoemd, die vooral ernstig is als er dik met inkt geschreven is. Bovendien verkleurt de inkt na verloop van eeuwen tot bruin.

Fotogalerij

Externe link

Literatuur

  • Roskam, J.C., W.M. Docters van Leeuwen (2009) Gallenboek. Overzicht van door dieren en planten veroorzaakte Nederlandse gallen KNNV. ISBN 9789050112956
Op andere Wikimedia-projecten