Gele anemoon

In de wereld van vandaag is Gele anemoon een onderwerp geworden dat van groot belang en relevantie is voor de samenleving. Door meer te leren over Gele anemoon kunnen we de impact ervan op ons leven en de wereld om ons heen beter begrijpen. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Gele anemoon, van de geschiedenis en evolutie ervan tot de praktische toepassingen in het dagelijks leven. Daarnaast zullen we analyseren hoe Gele anemoon verschillende velden en sectoren heeft beïnvloed, en de rol ervan in de toekomst. Het maakt niet uit of u een expert op dit gebied bent of er gewoon meer over wilt weten, dit artikel geeft een compleet en actueel overzicht van Gele anemoon.

Gele anemoon
Gele anemoon
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Orde:Ranunculales
Familie:Ranunculaceae (Ranonkelfamilie)
Geslacht:Anemone (Anemoon)
Soort
Anemone ranunculoides
L. (1753)
Gele anemoon
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De gele anemoon (Anemone ranunculoides) is een lage vaste plant uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). De soort is in Nederland met uitsterven bedreigd. De plant komt van nature voor in Centraal-Europa en West-Azië. In Nederland komt de plant alleen in Zuid-Limburg in het wild voor. Als stinsenplant bij buitenplaatsen is de gele anemoon in de rest van Nederland zeldzaam. Ook wordt de plant veel in siertuinen geplant. Als stinsenplant wordt de soort al in 1683 vermeld voor het Haarlemmerhout en Haagse Bos.

De plant wordt 15–25 cm hoog en heeft kruipende wortelstokken. De steel van de wortelbladeren is kaal. De stengelbladeren zijn vele malen langer dan de bladsteel.

De gele anemoon bloeit van maart tot mei met 1,5 cm grote, gele bloemen, die vaak met twee tot drie bij elkaar zitten. De meestal vijf bloemdekbladen, die botanisch gezien kelkbladeren zijn, zijn van buiten behaard.

De vrucht is een eenzadige dopvrucht. Aan het zaad zit een mierenbroodje.

De plant groeit op eutrofe, vochtige, vaak kalkhoudende grond in loofbossen, tussen hakhout en op dijken.

Het melksap van de gele anemoon is iets giftig, omdat de stof protoanemonine in het sap voorkomt.

Plantengemeenschap

De gele anemoon is een kensoort voor de klasse van eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond.

Buitenkant bloemdekbladen

Externe links

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Anemone ranunculoides op Wikimedia Commons.