George Reisner

Dit artikel gaat in op het onderwerp George Reisner, dat de afgelopen jaren aan relevantie heeft gewonnen vanwege de impact ervan op verschillende gebieden van de samenleving. Sinds George Reisner heeft het geleid tot debatten en reflecties op uiteenlopende gebieden als politiek, economie, wetenschap, cultuur en technologie. Het lijdt geen twijfel dat George Reisner een voor en na heeft gemarkeerd in de manier waarop we ons verhouden tot de wereld om ons heen. Op deze pagina's zullen verschillende perspectieven, studies en onderzoeken worden geanalyseerd die ons in staat zullen stellen ons begrip van George Reisner en de invloed ervan vandaag de dag te verdiepen.

Reisner in 1922

George Andrew Reisner (Indianapolis, 5 november 1867 - Gizeh, 6 juni 1942) was een Amerikaans archeoloog en egyptoloog.

Biografie

Reisner werd geboren in Indianapolis in de staat Indiana en overleed in Gizeh, Egypte. Na zijn studie in Djebel Barkal (De heilige berg) in Nubië, ontdekte hij dat de Nubische koningen niet werden begraven in de piramiden, maar buiten de piramiden. Hij vond ook een schedel van een vrouwelijke Nubische (hij dacht dat dit een koning was), nu in de collectie van het Peabody-museum voor archeologie en etnologie in Harvard. Reisner geloofde dat Kerma van origine een basis was van een Egyptische gouverneur, en dat deze Egyptische heersers geleidelijk aan onafhankelijke heersers werden van Kerma. Hij maakte een lijst van Egyptische onderkoningen van Koesj. Hij vond de tombe van koningin Hetepheres, de moeder van koning Choefoe (Cheops). Tijdens zijn studie in Gizeh verkende hij de mastaba's.

Tijdlijn

  • 1897–1899: Classificeerde de Egyptische collectie in het Egyptisch Museum in Cairo
  • 1899-1905: Expeditie van de Universiteit van Californië om de necropolis van Qift te verkennen
  • 1905: Schreef een vertaling van een medische papyrus.
  • 1905-1914: Assistent-professor voor egyptologie verbonden aan de Harvard universiteit.
  • 1907-1909: leidde een archeologische onderzoek in Nubië voor de Egyptische overheid
  • 1910-1942: Curator van de Egyptische collectie aan de Boston Museum of Fine Arts
  • 1914-1942: Professor in egyptologie op de Harvard Universiteit
  • 1916–1923: Verkende de piramiden van Meroe, groef een tempel uit te Napata
  • 1931: Schreef zijn werk "Mycerinus"
  • 1942: Publiceerde zijn laatste werk, A History of the Giza Necropolis

Werken

  • Amulets. Cairo: Impr. de l'Institut français d'archéologie orientale. 1907. http://www.archive.org/details/amulets35reis. (reprint ISBN 978-1-57898-718-4)
  • Early dynastic cemeteries of Naga-ed-Dêr. Leipzig: J. C. Hinrichs. 1908. http://www.archive.org/details/earlydynasticcem01hearuoft.
  • The Egyptian conception of immortality. Cambridge: The Riverside Press (Houghton Mifflin). 1912. http://www.archive.org/details/egyptianconcepti00reisrich.
  • Excavations at Kerma. Cambridge: Peabody Museum of Harvard University. 1923. (reprint ISBN 0-527-01028-6)
  • Harvard excavations at Samaria, 1908-1910. Cambridge: Harvard University Press. 1924. (with Clarence Stanley Fisher and David Gordon Lyon)
  • Mycerinus, the temples of the third pyramid at Giza. Cambridge: Harvard University Press. 1931.
  • The development of the Egyptian tomb down to the accession of Cheops. Cambridge: Harvard University Press. 1936.
  • A history of the Giza Necropolis. Cambridge: Harvard University Press. 1942.
  • Canopics. Cairo: Impr. de l'Institut français d'archéologie orientale. 1967. (completed by Mohammad Hassan Abd-ul-Rahman)