In dit artikel zullen we de fascinerende wereld van Jos. Schrijnen verkennen. Vanaf de oorsprong tot de relevantie ervan vandaag zullen we ons verdiepen in de meest relevante en onbekende aspecten van dit fenomeen. Door middel van een gedetailleerde en rigoureuze analyse zullen we proberen licht te werpen op Jos. Schrijnen en de impact ervan op verschillende gebieden. Langs deze lijnen zullen we ontdekken hoe Jos. Schrijnen in de loop van de tijd is geëvolueerd, evenals de implicaties die dit heeft voor onze samenleving. Zonder twijfel zal dit artikel een onmisbare gids zijn om het belang van Jos. Schrijnen in de hedendaagse wereld te begrijpen.
Jos. Schrijnen | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijnen in 1930
| ||||
Priester van de Rooms-Katholieke Kerk | ||||
Geboren | 3 mei 1869 | |||
Plaats | Venlo | |||
Overleden | 26 januari 1938 | |||
Plaats | Nijmegen | |||
Wijdingen | ||||
Priester | 1894 | |||
Loopbaan | ||||
Laatste functie | (laatstelijk) Eerste Rector Magnificus van de Katholieke Universiteit Nijmegen | |||
Eerdere functies | Lector en Hoogleraar aan de Universiteit Utrecht | |||
|
Joseph Charles François Hubert (Jos.) Schrijnen (Venlo, 3 mei 1869 - Nijmegen, 26 januari 1938) was een Nederlands priester, classicus, linguïst, en volkskundige. Hij was mede-oprichter en in 1923 eerste rector-magnificus van de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Schrijnen stamde uit een oud Limburgs geslacht van medici en apothekers. Ook zijn vader was apotheker. Joseph Schrijnen was een jongere broer van bisschop Laurent Schrijnen, de vierde bisschop van het tweede Bisdom Roermond.
Hij kreeg zijn middelbare opleiding te Roermond en deed een voorbereidende filosofie-studie te Rolduc, alvorens klassieke letteren te gaan studeren aan de Katholieke Universiteit Leuven. In 1891 promoveerde hij summa cum laude. Na zijn theologische studie aan het Grootseminarie te Roermond werd hij in 1894 priester gewijd. Van 1894 tot 1912 was hij werkzaam als leraar aan het Bisschoppelijk College te Roermond, gedeeltelijk in dezelfde periode waarin ook zijn broer Laurent daar leraar was.
In 1910 werd hij vanwege de Sint-Radboudstichting benoemd tot lector aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, om onderwijs te geven in de klassieke taalkunde en de cultuurgeschiedenis der Christelijke oudheid. In 1912 volgde zijn benoeming tot bijzonder hoogleraar vanwege de St. Radboudstichting, en sinds 1921 was hij tevens buitengewoon hoogleraar in de Algemene Taalwetenschap.
Bij de opening van de R.K. Universiteit te Nijmegen in 1923 werd hij benoemd tot gewoon hoogleraar in de Algemene Taalwetenschap, de Griekse en Latijnse taalkunde en de Volkskunde, alsmede tot eerste rector magnificus. Schrijnen richtte samen met zijn leerling Christine Mohrmann de École de Nimègue op.
Als (honorair) lid van de pauselijke huishouding, in zijn hoedanigheid van 'Huisprelaat van Zijne Heiligheid de Paus', droeg Jos. Schrijnen de kerkelijke titel van monseigneur.
Bronnen, noten en/of referenties
|