Katoendaguil

In het artikel van vandaag zullen we het hebben over Katoendaguil, een onderwerp dat op verschillende gebieden onderwerp van belangstelling en debat is geweest. Sinds zijn opkomst heeft Katoendaguil de aandacht getrokken van zowel experts als enthousiastelingen, waardoor discussies en theorieën zijn ontstaan ​​over het belang en de mogelijke implicaties ervan. In dit artikel zullen we Katoendaguil diepgaand onderzoeken, de relevantie ervan in de huidige context analyseren en een alomvattend beeld bieden waarmee onze lezers dit fenomeen beter kunnen begrijpen. Van de oorsprong tot de impact ervan op de hedendaagse samenleving, we zullen elk facet van Katoendaguil verkennen om licht te werpen op een onderwerp dat interesse en nieuwsgierigheid blijft wekken. Ga met ons mee op deze reis en ontdek meer over Katoendaguil!

Katoendaguil
Katoendaguil
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Familie:Noctuidae (Nachtuiltjes)
Geslacht:Helicoverpa
Soort
Helicoverpa armigera
Hübner, 1808
Rups
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Katoendaguil op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De katoendaguil (Helicoverpa armigera) is een nachtvlinder die behoort tot de Noctuidae (nachtuiljes). Het is een dagactieve nachtvlinder.

Kenmerken

De zandkleurige tot paarsachtigbruine voorvleugel is 16 tot 19 mm lang. Op de grijze achtervleugel zit een brede zwarte zoom.

De wit tot gele eitjes zijn ongeveer 5 mm groot. Na 3 tot 5 dagen komen de eitjes uit. De rups vreet 17 tot 35 dagen, waarna verpopping plaatsvindt. Na 17 tot 20 dagen komt de vlinder uit de pop tevoorschijn. Afhankelijk van de omstandigheden kent de pop soms een diapauze in de winter dan wel ook in de zomer.

De 30 tot 40 mm lange rups heeft gele strepen langs het lichaam. Het lichaam kan groen, geel, roze, roodbruin of bijna zwart van kleur zijn. De rups leeft van veel verschillende kruidachtige planten en kan veel schade toebrengen aan katoen, maïs, tomaat, artisjok, tabak en anjers. In het begin vreet de rups alleen aan de bladeren, maar later worden ook de zaden aangevreten. De rups heeft vier larvale stadia.

Voorkomen

De soort komt voor in tropisch Azië, Afrika en Zuid-Europa en wordt buiten dat gebied wel als trekvlinder gezien. De vlinder wordt af en toe in Nederland als adventief waargenomen in de omgeving van vliegvelden en havens, waar rupsen zijn meegekomen op uit Afrika geïmporteerde bloemen en groenten. De vele waarnemingen uit de zomer en het najaar van 2006 duidden op echte vlindertrek.

Foto's