Knolrus

In het artikel dat we hieronder presenteren, zullen we dieper ingaan op het onderwerp Knolrus, waarbij we de verschillende aspecten en de relevantie ervan vandaag onderzoeken. Knolrus is een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van een breed spectrum van mensen, van academici en specialisten in het veld tot individuen die geïnteresseerd zijn in het begrijpen van de impact ervan op de samenleving. Door middel van een gedetailleerde en uitputtende analyse zullen we proberen de implicaties ervan te ontrafelen en een alomvattende visie te bieden waarmee onze lezers dit fenomeen beter kunnen begrijpen. Vanaf zijn oorsprong tot zijn evolutie in de loop van de tijd heeft Knolrus debatten en controverses gegenereerd die het tot een onderwerp van groot belang maken voor verschillende onderzoeksgebieden. Ga met ons mee op deze reis van ontdekking en reflectie over Knolrus!

Knolrus
Knolrus
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Clade:Commeliniden
Orde:Poales
Familie:Juncaceae (Russenfamilie)
Geslacht:Juncus (Rus)
Soort
Juncus bulbosus
L. (1753)
Bloeiwijze
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Knolrus op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De knolrus of moerasrus (Juncus bulbosus, synoniem:Juncus supinus) is een plantensoort uit de russenfamilie (Juncaceae).

Beschrijving

De knolrus is een groen overwinterende, vaste plant, die 5 - 20 cm hoog kan worden. De plant vormt dichte polletjes en korte uitlopers. De plant is aan de voet knolvormig verdikt. De meestal bochtige, omhooggaande of liggende, vaak roodachtige stengel wortelt vaak op de knopen. Het 3 -12 cm lange en tot 1 mm brede blad bestaat uit een bladschede en een bladschijf. De oortjes zijn lang en vliezig. De bladeren hebben dwarsschotten en binnenin in de lengte lopende, smalle buisjes.

De knolrus bloeit van juni tot in oktober. De vertakte bloeiwijze is een pluim met 2 - 10 in kluwen staande bloemen. De zes, roodlichtgroene, 3 - 4 mm lange tepalen zijn even lang maar de buitenste spitser dan de binnenste. De binnenste krans van meeldraden ontbreekt of is sterk gereduceerd. Daarom zijn vaak maar drie meeldraden aanwezig. De helmhokjes zijn evenlang of langer dan de helmdraad. De rijpe, meestal sigaarvormige, 2 - 3 mm grote doosvrucht is stekelpuntig en duidelijk langer dan de tepalen.

Ecologie

De knolrus is een hydrofyt, helofyt of hemikryptofyt. De groeiwijze is afhankelijk van de groeiplaats sterk veranderlijk. Ondergedoken planten lijken maar weinig op die waarvan de groeiplaats niet altijd ondergelopen is. Planten kunnen zelfs los in het water drijven. Vele planten bloeien al in het eerste jaar en blijven klein. Bladmisvormingen ontstaan door steken van de russenbladvlo (Livia juncorum).

Voorkomen

De knolrus komt voor in Europa en op enkele plaatsen in Centraal-Azië, Noordwest-Afrika en Noord-Amerika. Naar het oosten toe komt de knolrus voor tot de 30ste oostelijke lengtegraad.

De knolrus groeit het beste op zure, kalkarme of kalkvrije, vaak overstroomde zand-, leem-, of veengronden.

Externe links

Zie de categorie Juncus bulbosus van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.