In dit artikel zullen we het onderwerp Landen en gebieden overzee, dat door de jaren heen onderwerp van belangstelling en onderzoek is geweest, in detail onderzoeken en analyseren. Landen en gebieden overzee is een onderwerp dat aanleiding heeft gegeven tot debat op verschillende gebieden en terreinen, van wetenschap tot politiek, inclusief cultuur en de samenleving in het algemeen. In de loop van de decennia is Landen en gebieden overzee geëvolueerd en heeft het nieuwe dimensies gekregen, waardoor de belangstelling voor het begrijpen van de implicaties en gevolgen ervan blijft toenemen. In die zin is het van cruciaal belang om de verschillende perspectieven en benaderingen met betrekking tot Landen en gebieden overzee kritisch te onderzoeken, om ons begrip te verdiepen en een constructief debat rond dit onderwerp te genereren.
De landen en gebieden overzee (LGO) zijn binnen de Europese Unie landen of gebiedsdelen die een speciale relatie met een van de lidstaten van de Europese Gemeenschap onderhouden. Vanaf het begin zijn ze bij de EG betrokken geweest en door het Verdrag van Rome tot oprichting van de EEG in 1957 is deze landen of gebiedsdelen de status van geassocieerd land toegekend. In die zin legde deze associatie met de LGO de basis voor het toekomstige communautaire ontwikkelingsbeleid.
Twee belangrijke elementen onderscheiden de LGO's van de ACS-staten en de Ultraperifere regio's (UPR's):
Het afgeleide recht van de Gemeenschap is derhalve niet rechtstreeks op de LGO van toepassing en de Raad van de Europese Unie moet specifiek de regels vaststellen die voor de LGO gelden. De elementen met betrekking tot individuen die alle burgers van de Europese Unie betreffen (met name het burgerschap van de Europese Unie en de mensenrechten) zijn echter ook van toepassing op de onderdanen van de LGO die de volledige nationaliteit van een van de lidstaten bezitten.
De verschillende besluiten van de Raad zijn hoofdzakelijk gebaseerd op de associatieregeling tussen de EG en de LGO.
De basisbesluiten zijn de volgende:
De LGO's komen, evenals de ACS-staten, in aanmerking voor de Europese ontwikkelingsfondsen (EOF) en voor de steun van de Europese Investeringsbank (EIB). Bovendien nemen zij deel aan bepaalde communautaire programma's op specifieke gebieden zoals het onderwijs.
Andere overzeese gebiedsdelen van EU-lidstaten zijn niet als LGO geassocieerd met de Europese Unie en vallen (vrijwel) geheel buiten de werkingssfeer van de EU-verdragen. Het gaat om:
Andere overzeese gebiedsdelen maken juist wel (volwaardig) deel uit van het toepassingsgebied van de EU-verdragen. Dit zijn:
Nog andere gebieden kunnen niet meteen aparte territoria genoemd worden, maar genieten wel een speciale status, of er gelden bijzondere wetten, met name op gebied van belastingen. Deze zijn:
Er bestaan plannen om van sommige eilanden, met name de eilanden van Caribisch Nederland, de LGO-status te wijzigen in een UPR-status. De officiële munteenheid (vanaf 1 januari 2011 de Amerikaanse dollar) van deze eilanden zal dan hoogstwaarschijnlijk ingewisseld moeten worden voor de euro.[bron?]