Lijst van Tweede Kamerleden 1918-1922

In het artikel van vandaag zullen we de opwindende wereld van Lijst van Tweede Kamerleden 1918-1922 verkennen. Vanaf de oorsprong tot de impact ervan op de hedendaagse samenleving, zullen we ons verdiepen in alle aspecten die verband houden met dit onderwerp om het ware belang ervan te begrijpen. Langs deze lijnen zullen we ontdekken hoe Lijst van Tweede Kamerleden 1918-1922 in de loop van de tijd is geëvolueerd, hoe het verschillende vakgebieden heeft beïnvloed en hoe het onze manier van denken en handelen blijft vormgeven. Met behulp van een multidisciplinaire aanpak zullen we de vele facetten van Lijst van Tweede Kamerleden 1918-1922 analyseren om een ​​alomvattend beeld te bieden van de relevantie ervan in de hedendaagse samenleving. Maak je klaar om jezelf onder te dompelen in een fascinerende reis door Lijst van Tweede Kamerleden 1918-1922!

De samenstelling van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1918-1922 biedt een overzicht van de Tweede Kamerleden in de periode tussen de Tweede Kamerverkiezingen van 3 juli 1918 en de Tweede Kamerverkiezingen van 5 juli 1922. De regering werd in september 1918 gevormd door het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I. De zittingsperiode ging in op 17 september 1918 en eindigde op 24 juli 1922. Er waren 100 Tweede Kamerleden.

De partijen staan in volgorde van grootte. De politici staan in alfabetische volgorde, uitgezonderd de fractieleider, die telkens vetgedrukt als eerste van zijn of haar partij vermeld staat.

Gekozen bij de verkiezingen van 3 juli 1918

RKSP (30 zetels)

SDAP (22 zetels)

ARP (13 zetels)

CHU (7 zetels)

Liberale Unie (6 zetels)

VDB (5 zetels)

Vrije Liberalen (4 zetels)

Economische Bond (3 zetels)

CPH (2 zetels)

Plattelandersbond (1 zetel)

Neutrale Partij (1 zetel)

Middenstandspartij (1 zetel)

CDP (1 zetel)

CSP (1 zetel)

BCS (1 zetel)

SP (1 zetel)

VDW (1 zetel)

Bijzonderheden

Tussentijdse mutaties

1918

1919

  • 16 september: Frederik Bos (Plattelandersbond) vertrok uit de Tweede Kamer. Hij werd op 18 september dat jaar opgevolgd door Arend Braat, die uit de Neutrale Fractie stapte en een eenmansfractie vormde.
  • 30 september: Henri van Groenendael werd uit de RKSP-fractie geroyeerd wegens zijn sympathie voor de afscheidingsbeweging in Limburg. Op 1 oktober 1919 vormde hij een eenmansfractie, de Groep-Groenendael.
  • 7 oktober: Coenraad van der Voort van Zijp nam ontslag als fractievoorzitter van de ARP. Hij werd dezelfde dag nog opgevolgd door Victor Henri Rutgers.
  • 1 november: Arie de Zeeuw (SDAP) nam ontslag vanwege zijn benoeming tot wethouder van Rotterdam. Zijn opvolger Johan Brautigam werd op 18 november dat jaar geïnstalleerd.
  • 11 november: Arie Heijkoop (SDAP) vertrok uit de Tweede Kamer vanwege zijn benoeming tot wethouder van Rotterdam. Zijn opvolger Bernardus Johannes van Stapele werd op 20 november dat jaar geïnstalleerd.

1920

1921

1922

  • 4 januari: Eeltjo van Beresteyn (VDB) stapte uit de VDB-fractie en vormde als Groep-Beresteyn een eenmansfractie.
  • 7 februari: Edsge Marten Teenstra (VDB) stapte uit de VDB-fractie en sloot zich aan bij de Groep-Beresteyn, die voortaan Groep-Beresteyn/Teenstra heette.