Vandaag willen we het hebben over Márcio Amoroso, een onderwerp dat de afgelopen jaren aan relevantie heeft gewonnen en dat grote belangstelling in de samenleving heeft gegenereerd. Márcio Amoroso is een probleem dat mensen van alle leeftijden, geslachten en sociale klassen treft, en het belang ervan ligt in de vele aspecten die het bestrijkt. Van de impact ervan op de economie tot de invloed ervan op de cultuur en het dagelijks leven: Márcio Amoroso is tegenwoordig een centraal onderwerp geworden. In dit artikel zullen we verschillende aspecten met betrekking tot Márcio Amoroso analyseren, van de oorsprong tot de mogelijke oplossingen, met als doel een alomvattende en diepgaande visie op dit onderwerp te bieden.
Márcio Amoroso | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Persoonlijke informatie | ||||||||
Volledige naam | Márcio Amoroso dos Santos | |||||||
Geboortedatum | 5 juli 1974 | |||||||
Geboorteplaats | Brasilia, Brazilië | |||||||
Lengte | 180 cm | |||||||
Positie | Aanvaller | |||||||
Jeugd | ||||||||
| ||||||||
Senioren | ||||||||
| ||||||||
Interlands | ||||||||
| ||||||||
|
Márcio Amoroso (Brasilia, 5 juli 1974) is een Braziliaans voormalig voetballer.
De spits speelde het grootste deel van zijn voetbalcarrière in Italië. In het seizoen 1998/99 werd Amoroso namens Udinese met 22 doelpunten topscorer van de Italiaanse hoogste divisie, de Serie A. Amoroso speelde verder onder meer voor Flamengo, Parma en drie jaar voor het Duitse Borussia Dortmund, waarmee hij de Bundesliga won en in 2002 de UEFA Cup-finale van Feyenoord verloor. In 1994 werd Amoroso verkozen tot Braziliaans voetballer van het jaar.
Na Borussia Dortmund maakte hij omzwervingen langs Aris Saloniki, Corinthians en AC Milan, om ten slotte bij zijn jeugdclub Guarani zijn carrière in 2011 af te sluiten. Door vormverlies en blessures speelde hij echter bij geen van deze ploegen een noemenswaardig aantal wedstrijden.
Zijn oom José Amoroso Filho was ook een succesvol voetballer.
Voorganger: Oliver Bierhoff |
Topschutter in de Serie A 1999 |
Opvolger: Andrij Sjevtsjenko |