Nederlands-China

In dit artikel zullen we de kwestie van Nederlands-China onderzoeken vanuit een multidimensionaal perspectief, waarbij we de implicaties, repercussies en mogelijke oplossingen ervan analyseren. Nederlands-China is een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van academici, activisten, overheidsinstellingen en de samenleving in het algemeen, vanwege de relevantie ervan in de huidige context. Door middel van een diepgaande analyse streven we ernaar een alomvattende visie op Nederlands-China te bieden, waarbij we de meest relevante aspecten ervan, de verbindingen met andere fenomenen en de potentiële impact ervan op verschillende gebieden behandelen. Met als doel het debat rond Nederlands-China te verrijken, wil dit artikel een holistische visie bieden die uitnodigt tot reflectie en een constructieve dialoog.

De Vereenigde Oostindische Compagnie bezat factorijen aan de kust van China.

Er waren al Oost-Indië varende compagnieën aan de VOC voorgegaan in hun handel met China. De Britse Oost-Indische Compagnie en de Oostendse Compagnie hadden zich er al in het begin van de 17e eeuw gevestigd. De VOC had al wel een factorij in 1662 in Hoksieu. Maar ze begonnen pas echt mee te spelen toen ze tussen 1749-1803 zich vestigden in de handelsstad Kanton. Ze bereikten echter nooit de successen die andere Europese grootmachten hadden. In dit gebied handelde de Compagnie vooral in thee, porselein en zijde.

Toen het aanvang 19e eeuw onmogelijk werd in China te handelen, werd Formosa belangrijker. De handelsposten werden plaatselijk bestuurd door een opperhoofd.

Plaatsen waar de VOC was

Lijst van opperhoofden

Deze lijst is mogelijk incompleet