In de wereld van vandaag heeft Oecumene een ongekende relevantie gekregen. Of het nu vanwege de impact ervan op de samenleving, de populaire cultuur of de geschiedenis is, Oecumene is een onderwerp geworden dat van belang is voor miljoenen mensen over de hele wereld. Vanaf zijn ontstaan tot nu heeft Oecumene aanleiding gegeven tot debatten, reflecties en analyses op verschillende gebieden, waardoor eindeloze meningen en perspectieven zijn voortgekomen. In dit artikel zullen we het belang van Oecumene onderzoeken en de invloed ervan op verschillende aspecten van het hedendaagse leven, evenals de relevantie ervan in de geschiedenis uit het verleden en de toekomst.
Oecumene is afgeleid van het Griekse woord οἰκουμένη, oikoumenè dat wil zeggen "de bewoonde wereld". Met deze term wordt gewoonlijk het groeien naar religieuze eenheid aangeduid, verwant met het irenisme. In de brede betekenis kan dit gezien worden als een streven naar wereldwijde religieuze eenheid (eenheid van alle christelijke kerken). In de smallere betekenis bevordert de oecumene de eenheid, samenwerking of het onderlinge begrip tussen de diverse religieuze groepen of denominaties binnen een religie.
De term oecumene werd het allereerst gebruikt bij de Grieken – al dan niet door geografen – als aanduiding van de bewoonde in tegenstelling tot de (relatief) onbewoonde wereld. Later, nadat Alexander de Grote een groot deel van de bij de Grieken bekende wereld in een rijk had verenigd, kreeg het woord een zekere normatieve (culturele en politieke) betekenis als de beschaafde – van de hellenistische beschaving doordrongen – wereld in tegenstelling tot het barbarendom. Deze conceptie is overgegaan op het Romeinse Rijk (en later ook op het Byzantijnse Rijk, waar het tevens als synoniem voor dat rijk werd gehanteerd). Het is in deze betekenis dat het woord gebezigd wordt in bijvoorbeeld Luc. 2:1, terwijl het in het Nieuwe Testament (Matt. 24:14) ook nog voorkomt in de oude betekenis van: de gehele wereld.
Binnen het christendom wordt met oecumene thans meestal het naar elkaar toegroeien, elkaar leren verstaan en het samenwerken bedoeld tussen de verschillende christelijke denominaties, met name tussen de Katholieke Kerk en de denominaties die door het Schisma van 1054 en de Reformatie zijn ontstaan.
Een belangrijk document in de christelijke oecumene is de verklaring van de Commissie voor Geloof en Kerkorde van de Wereldraad van Kerken over doop, eucharistie en ambt, ook bekend als het Lima-rapport, dat in 1982 verscheen.
De Franse priester en theoloog Yves Congar (1904-1995) was een belangrijk geleerde op dit terrein. De oecumenische praktijk kreeg onder meer vorm in de door Frère Roger gestichte interconfessionele communiteit van Taizé.
Binnen de Katholieke Kerk wordt de term oecumene ook wel gebruikt om de eenheid van de Katholieke Kerk over de wereld aan te duiden. Het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) draagt (evenals de andere grote concilies) in die zin de naam van oecumenisch concilie, omdat op het concilie katholieke bisschoppen van de gehele wereld deelnamen. Het gebruik van deze betekenis sluit aan bij de ook buiten de Katholieke Kerk gangbare aanduiding als "oecumenische concilies" van zeven vroeg-christelijke concilies:
- Het Tweede Vaticaans Concilie geldt binnen de Rooms-Katholieke Kerk als 21e oecumenische concilie.
- Het Concilie van Efeze II was in 449, maar behoort niet toe aan de oecumenische Concilies.