In de wereld van vandaag is Paard van Troje een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een breed publiek. Met de constante groei van de technologie en de mondialisering heeft Paard van Troje een ongekend belang gekregen in ons dagelijks leven. Of we het nu hebben over var1 op het gebied van gezondheid, politiek, cultuur of welk ander aspect van de samenleving dan ook, de impact ervan valt niet te ontkennen. In dit artikel zullen we het onderwerp Paard van Troje diepgaand onderzoeken en de implicaties, uitdagingen en kansen ervan in de wereld van vandaag onderzoeken. Van de oorsprong tot de toekomstige projecties is Paard van Troje een onderwerp dat het verdient om diepgaand onderzocht te worden om de invloed ervan op ons leven beter te begrijpen.
Het paard van Troje is een van de bekendste verhalen uit de Griekse mythologie. Het vertelt hoe belegerende Grieken erin slaagden om Troje binnen te dringen door zich te verstoppen in een reusachtig houten paard, dat door de nietsvermoedende inwoners van Troje binnen de stadsmuren werd gehaald. Bij uitbreiding staat het voor een gewenste zaak die ergens wordt binnengehaald, maar waarin een ongewenste lading is verborgen. De ontvangers bewerkstelligen argeloos hun eigen ondergang.
Het Trojaanse paard vormt een episode in het verhaal van de Trojaanse Oorlog. Omdat de Grieken er maar niet in slagen de stad Troje in te nemen bedenkt Odysseus een list.
De Grieken bouwen een reusachtig houten paard waarin soldaten zich verstoppen. Dit paard wordt 's avonds voor de poort van Troje achtergelaten, in de hoop dat het 's nachts door de Trojanen binnen de stadsmuren zal worden gehaald. Omdat de Grieken argwaan bij de kant van de Trojanen verwachten, laten zij Sinon buiten de poort achter, terwijl de rest van het Griekse leger zich op hun boten achter een heuvel verschanst op het eiland Tenedos. Sinon wordt, zoals de bedoeling was, aangetroffen door de Trojanen. Hij vertelt hen dat hij is achtergelaten omdat hij ruzie heeft met Odysseus, en dat het paard een geschenk is voor Pallas Athena, dat opzettelijk zo groot is gemaakt dat de Trojanen het niet binnen hun muren kunnen krijgen. Halen zij echter hun stadsmuur neer om het binnen te laten, dan zal Athena de veiligheid van de stad garanderen. De Trojanen trappen in de list, slaan een bres in hun eigen muur en halen het paard de stad in. Later die nacht komen de Griekse soldaten tevoorschijn om de poort voor hun kompanen te openen. Het nu kansloze Troje wordt met gemak door de Grieken veroverd.
Dit verhaal wordt overigens niet in de Ilias van Homerus verteld, zoals men dikwijls denkt. Wél is er een korte samenvatting in diens Odyssee (VIII, 493-520). Het verhaal werd uitgebreid behandeld in het epos Ilioupersis (De verwoesting van Troje) van Arctinus van Milete, dat geheel verloren is gegaan, maar de voornaamste bron was voor latere versies van het verhaal. Een beroemde, uitvoerige versie is die van Vergilius in het tweede boek van zijn Aeneïs. In vroegere eeuwen en vooral in de middeleeuwen werden echter De geschiedenis van de verwoesting van Troje van Dares Phrygius en het Dagboek van de Trojaanse oorlog van Dictys Cretensis als belangrijkere bronnen beschouwd, omdat ze (ten onrechte) voor ooggetuigenverslagen werden gehouden.
In de buik van het paard zaten dertig soldaten verstopt, en twee spionnen in de mond. Andere bronnen vermelden andere aantallen namen: Apollodorus 50, Tzetzes 23 en Quintus Smyrnaeus 30, maar ze beweren dat er nog meer waren. De late traditie hield het op veertig man, namelijk:
Aan de historische correctheid van het paard van Troje wordt getwijfeld.
Een van de latere uitbreidingen, die niet bij Homerus zijn te vinden, is het verhaal van Laocoön. Deze Trojaanse priester waarschuwt zijn stadsgenoten voor het paard, omdat hij de list van Odysseus doorzien heeft. Maar net als hij de meerderheid heeft overtuigd, wordt Sinon de stad binnengesleept. De Trojanen slaan opnieuw aan het twijfelen, tot een gruwelijk voorteken hen van Laocoöns ongelijk overtuigt: twee slangen komen uit zee aangekropen om Laocoön en zijn zoons te verzwelgen. Onder andere Vergilius gebruikt deze uitbreiding in zijn Aeneis.
Bronnen, noten en/of referenties
|