Piasten

In dit artikel zullen we Piasten vanuit verschillende perspectieven onderzoeken, waarbij we de impact ervan op de hedendaagse samenleving en de relevantie ervan in de geschiedenis analyseren. Met een kritische en objectieve blik zullen we de belangrijkste aspecten met betrekking tot Piasten behandelen, waarbij we ons verdiepen in de oorsprong, evolutie en ontwikkeling ervan in de loop van de tijd. Door middel van een grondige analyse zullen we de verschillende concepten en theorieën ontrafelen die rond Piasten draaien, met als doel een alomvattend inzicht te verschaffen in het belang ervan in de hedendaagse context. Daarnaast zullen we de implicaties en effecten onderzoeken die Piasten op verschillende gebieden heeft gehad, waardoor een brede en gedetailleerde visie op de betekenis ervan vandaag de dag mogelijk wordt.

Huis van Piasten
Piasten
Verheffing 960
Stamvader half-legendarische Piast de Wagenmaker, zoon van de legendarische Chościsko
Laatste heerser Casimir III (Koninkrijk Polen)
George Willem van Liegnitz (Silezië)
Uitgestorven 1370 (koninkrijk Polen)
1675 (Silezische hertogdommen)
Etniciteit Vlag van Polen Polen
Zijtakken
Titels

Het geslacht der Piasten was een Europese dynastie, waarvan de oorsprong in de 9e eeuw in de West-Slavische stam der Polanen lag. Zij hadden het recht een gezamenlijke koning te kiezen, die zich 'koning van Polen' zou noemen.

De oudste generaties van het geslacht waren legendarisch van karakter, of afkomstig uit geromantiseerde geschiedenis:

  • Krusowicz (geb. ca. 780) x Rzepicha
  • Siemowit (ca. 820 - 892)
  • Lestek (ca. 865 - 921)
  • Siemomysł, zou stamhoofd zijn van de Polanen vanaf 922

Op hun hoogtepunt regeerden zij over Groot- en Klein-Polen, Silezië, Pommeren, Bohemen, Roethenië, Slowakije en Lausitz. Nadien beperkte hun gezag zich tot Groot- en Klein-Polen.

De eerste Poolse koning uit het geslacht der Piasten was Bolesław I van Polen, die zich in 1024 of 1025 tot koning liet kiezen, de laatste Casimir III (tot 1370).

De piasten van Silezië zouden zich opsplitsen in een aantal regionale hertogdommen en zich losmaken van het Poolse koningschap. Zij kozen in de 14de eeuw na het verval van het Poolse koningschap, de machtiger koning van Bohemen als hun leenheer en werden zodoende deel van de adel van het Duitse Rijk waartoe Bohemen behoorde. Hun integratie in de Duitse rijksadel begon al eerder in hun keuze voor 'Duitse' huwelijkspartners. Dat werd nog eens bevestigd door hun overgang tot het lutherse geloof in de jaren twintig van de 16de eeuw. Ook hun onderdanen volgden die overgang en hielden daaraan vast, ook nadat hun leenheer de Habsburgse koning van Bohemen en keizer van Duitsland was geworden, en de contrareformatie invoerde. Eind 17de eeuw stierven de laatste Piasten uit en kwamen hun hertogdommen rechtstreeks onder Habsburgs (Oostenrijks) gezag. In 1742 veroverde Frederik de Grote van Pruisen Silezië en daarmee werd hij in staatkundige zin opvolger van de Silezische Piasten.

De eerste die de term Piasten in een historisch werk gebruikte was Adam Naruszewicz in zijn Historia narodu polskiego (Geschiedenis van de Poolse natie, 1780-1786).

Noten

Verder lezen

  • A. Rüther, Piasten, in W. Paravicini (ed.), Höfe und Residenzen im spätmittelalterlichen Reich. Ein dynastisch-topographisches Handbuch (= Residenzenforschung, 15. I), Ostfildern, 2003, pp. 172-180.
  • J. Strzelczyk, art. Piasten, Geschlecht, in Lexikon des Mittelalters VI, coll. 2125-2126.