Vandaag betreden we de opwindende wereld van Prostaatkanker. Door de geschiedenis heen is Prostaatkanker het voorwerp geweest van studie, bewondering en controverse. Sinds de oprichting ervan heeft het de nieuwsgierigheid gewekt van de meest rusteloze geesten, die hebben geprobeerd de mysteries ervan te ontrafelen en de impact ervan op de samenleving te begrijpen. Met dit artikel willen we de verschillende aspecten van Prostaatkanker onderzoeken, van de oorsprong tot de relevantie ervan vandaag. We zullen ingaan op de wortels ervan, de verschillende facetten ervan analyseren en nadenken over de invloed ervan op de menselijke ontwikkeling. Prostaatkanker is een fascinerend onderwerp dat het verdient om vanuit meerdere perspectieven te worden onderzocht, en het is onze wens om een uitputtende analyse te bieden die bijdraagt aan de verrijking van de kennis over dit onderwerp.
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht. Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts. |
Prostaatkanker | ||||
---|---|---|---|---|
Prostaatcarcinoom | ||||
Schematische aanduiding van prostaatkanker die op de plasbuis (urethra) drukt. Bovenaan de blaas.
| ||||
Synoniemen | ||||
Latijn | Carcinoma prostatae | |||
Coderingen | ||||
ICD-10 | C61 | |||
ICD-9 | 185 | |||
OMIM | 176807 | |||
DiseasesDB | 10780 | |||
MedlinePlus | 000380 | |||
eMedicine | radio/574 | |||
|
Prostaatkanker of prostaatcarcinoom is een vorm van kanker die in de prostaat begint. Symptomen van prostaatkanker kunnen dezelfde zijn als die van een benigne prostaathyperplasie (BPH; vergrote prostaat), onder andere een verzwakte straal tijdens het urineren, 's nachts frequenter moeten plassen en onvermogen de urine lang op te houden.
Prostaatkanker komt heel veel voor, en wordt in veel gevallen niet ontdekt en ook niet behandeld. Bij mannen op vergevorderde leeftijd die aan heel andere oorzaken overleden zijn is bij autopsie in een groot percentage (40-50% rond het 80e levensjaar) prostaatkanker aantoonbaar. De kanker groeide bij deze mannen echter zo langzaam dat zij nooit geweten hebben dat ze de kanker hadden. Bij jongere patiënten is de tumor vaak echter beduidend agressiever en treden symptomen op, en is behandeling noodzakelijk.
Er bestaan in 2023 geen preventieve methoden om prostaatkanker te voorkomen. Vroege opsporing is niet altijd een garantie voor het verbeteren van de kwaliteit van leven.
Verschillende symptomen kunnen het gevolg zijn van prostaatkanker. Symptomen die op kunnen treden zijn:
Met name plasklachten kunnen echter ook het gevolg zijn van een goedaardige vergroting van de prostaat; het hebben van deze symptomen hoeft dus niet te betekenen dat er sprake is van prostaatkanker. Doordat prostaatcarcinomen vooral in het perifere gedeelte van de prostaat groeien (die gebieden van de prostaat die niet dicht bij de plasbuis zitten), zijn slechts in zo'n 4% van de gevallen plasklachten de ingangsklacht bij een prostaatcarcinoom. Verder kunnen er meer klachten optreden, afhankelijk van hoe ver gevorderd het carcinoom ten tijde van diagnosticeren is. Is de tumor gelokaliseerd, lokaal uitgebreid of uitgezaaid (medisch: gemetastaseerd).
De tumor bevindt zicht volledig in de prostaat. De meeste patiënten met gelokaliseerde prostaatkanker hebben geen symptomen. Er kunnen echter lokaal symptomen optreden zoals pijn en symptomen van de onderste urinewegen (LUTS).
De tumor is uitgebreid tot buiten het prostaatkapsel, maar er zijn geen aanwijzingen voor uitzaaiingen. Deze uitbreiding van prostaatkanker kan lokale pijn, bloed in de urine, pijn bij het urineren, plasproblemen, nadruppelen, nycturie en pijn in de zij veroorzaken door obstructie van de plasbuis en problemen bij de urineafvoer van de nieren.
De tumor is uitgezaaid naar andere organen of botten. Prostaatcarcinomen metastaseren niet vaak, maar het is mogelijk. Het kan oedeem in de onderste ledematen tot gevolg hebben (door regionale obstructie van de lymfevaten), of botpijn door uitzaaiingen in het skelet. Ook kan er gewichtsverlies, lage bloedwaarden en pijn in de buik of de benen (door aantasting van lokale zenuwen of ruggengraatzenuwen) optreden.
Over de oorzaken van prostaatkanker is nog niet veel bekend.
De diagnose of er sprake is van prostaatkanker gebeurt in 2023 op basis van een biopsie, waarbij het weggenomen weefsel wordt bekeken. De biopsie vindt plaats gelijk met een echografie vanuit het rectum (het laatste gedeelte van de darm). Omdat het nemen van een biopsie van de prostaat onaangenaam kan zijn wordt daartoe pas besloten als er aanwijzingen zijn dat er mogelijk sprake is van prostaatkanker, op basis van ander, minder belastend, onderzoek.
Mannen met prostaatkanker hebben vaak een verhoogde waarde van het prostaatspecifiek antigeen (PSA), die op grond van een bloedtest of urinetest bepaald kan worden.
Als vuistregel kan men aannemen dat een totaal PSA > 10 ng/ml sterk verdacht is voor een prostaatcarcinoom; bij een totaal PSA < 2,5 ng/ml is dit zeer onwaarschijnlijk. De PSA waarde geeft geen volledige zekerheid. Bij een PSA van <0.5 ng/m heeft 6,6% van de mannen tussen de 62 en 91 jaar prostaatkanker. Bij een waarde van 3.1 tot 4.0 ng/mL heeft 26.9% de aandoening.
Een verhoogde PSA-waarde is dan ook niet specifiek voor prostaatkanker:
Een bepaling van de PSA kan geen onderscheid maken tussen snelgroeiende, mogelijk dodelijke prostaatkanker en traaggroeiende, niet-dodelijke prostaatkanker. Daarom moet de waarde van de uitslag dan ook altijd samen met voorafgaande metingen of met ander (beeldvormend) onderzoek worden geïnterpreteerd. Een lage waarde van de PSA geeft geen zekerheid dat er geen sprake is van prostaatkanker; daarom is het uitvoeren van het rectaal toucher ook nodig als er klachten bestaan.
PSA-screening kan wel een belangrijke rol spelen bij het opvolgen van patiënten die behandeld zijn voor prostaatkanker, omdat een snelle stijging er bij deze mannen op wijst dat de kanker is teruggekeerd.
Op basis van een overzicht van verschillende studies rond PSA-screening raadt de US Preventive Services Task Force (USPSTF, een Amerikaans expertpanel dat adviezen opstelt op basis van de laatste wetenschappelijke literatuur) routinescreening naar PSA-waarden af voor alle mannen. PSA-screening heeft volgens de USPSTF geen voordeel voor het aantal sterfgevallen door prostaatkanker en de nadelen zijn groter dan de voordelen. Na tien jaar screening dringen PSA-testen het aantal prostaatkankerdoden slechts weinig of niet terug. Volgens het USPSTF resulteert routinematig testen in onnodige en schadelijke behandelingen, zoals verwijderen van de prostaat en bestraling. Dr. Richard Ablin, ontdekker van PSA noemt PSA-screening een dure catastrofe voor de volksgezondheid. Ook in Nederland wordt in 2023 geen bevolkingsonderzoek gedaan naar de PSA, omdat dit kan leiden tot overbehandeling.
Om te onderzoeken of de PSA test werkelijk sterfte ten gevolge van prostaatkanker voorkomt is in Rotterdam vanaf 1994 een langdurig bevolkingsonderzoek gestart. De uitkomst van meerdere onderzoeken op dit gebied is dat het grootschalig aanbieden van de PSA test niet zinvol is om de sterfte aan prostaatkanker te beperken.
Het uitvoeren van een rectaal toucher vindt naast de bepaling van de PSA ook vaak plaats. Vooral mannen met een relatief lage PSA waarde en wel klachten zouden een rectaal onderzoek moeten krijgen. Echter, niet alle levensbedreigende tumoren zijn door een toucher aan te tonen.
Door het aftasten van het oppervlak van de prostaat, door middel van de wijsvinger in de anus, kan een specialist vaak al voelen of er sprake is van een mogelijke maligniteit (kwaadaardige tumor). Om onderscheid te maken tussen mogelijke diagnosen, zijn de volgende karakteristieken van belang:
Er kan onderzoek gedaan worden naar prostaatcellen in de urine. Die komen in de urine terecht na het masseren van de prostaat, met een vinger via de anus. In het laboratorium wordt getest op een aantal genen die relevant zijn voor de kans op prostaatkanker.
Als de PSA waarde en een rectaal toucher daar aanleiding toe geven kan de uroloog besluiten om een MRI te laten uitvoeren. Als op de beelden een afwijking te zien is, zal een biopsie volgen. De biopsie kan dan gericht worden op de locatie van de gevonden afwijking. De MRI-scan maakt het nemen van een - belastende - biopsie niet nodig bij de helft van de mannen met een indicatie voor het onderzoek.
Bij gerezen verdenking, door een verhoogd of met name ook een snel stijgend PSA een afwijkend lichamelijk onderzoek en/of een MRI, kan men een biopsie uitvoeren. Een transrectale echografie van de prostaat kan soms prostaatkanker aan het licht brengen, maar is vooral nuttig om langs deze weg biopsien van de prostaat te nemen.
De resultaten van een MRI worden gebruikt om te bepalen waar de biopsie genomen moet worden. Dit gebeurt met een lokale verdoving.
Een patholoog onderzoekt de biopten met een microscoop. Deze kan dan vaststellen of zich in de weggenomen stukjes weefsel kankercellen bevinden. Met de uitslag kan de uroloog bepalen of het om prostaatkanker gaat of niet en kan gekeken worden hoe agressief de tumor is. De patholoog geeft een score aan het onderzochte weefsel: de Gleasonscore. Ook kan de patholoog constateren of er sprake is van cribriforme groei. In dat geval is de kans op uitzaaiingen groter en moet eerder tot behandeling worden overgegaan.
Op basis van de uitslag wordt een keuze gemaakt voor een behandeling.
Bij de keuze voor een behandeling van prostaatkanker wordt rekening gehouden met verschillende factoren. Dit zijn met name:
Doordat meerdere factoren een rol spelen kan niet precies gezegd worden welke behandeling voor een individuele patiënt het beste is. De volgende behandelkeuzes kunnen gemaakt worden, afhankelijk van het stadium van de tumor:
In een aantal gevallen is een combinatie van behandelmethoden noodzakelijk.
Klasse | Toediening | Werkingsmechanisme | Generieke naam | Merknamen |
---|---|---|---|---|
Antiandrogenen | Oraal (Tablet) | Blokkeert de werking van androgenen zoals testosteron | flutamide | Prostatil
Eulexin Drogenil |
bicalutamide | Casodex | |||
nilutamide | Anandron | |||
GnRH-agonist | Injectie | Remt de aanmaak van testosteron | gosereline | Zoladex |
leuproreline | Lucrin
Eligard | |||
busereline | Suprefact | |||
triptoreline | Pamorelin | |||
GnRH-antagonist | Injectie | Remt de aanmaak van testosteron | degarelix | Firmagon |
abarelix | Plenaxis |
Cabazitaxel (Jevtana) is een chemotherapeuticum voor de behandeling van ernstige vormen van prostaatkanker en werd vergeleken met mitoxantron, beiden in combinatie met prednison of prednisolon, in een direct-vergelijkende fase III studie (studie TROPIC). Met Jevtana verbetert significant de totale overleving (primair eindpunt) van 15,1 maanden versus 12,7 maanden met mitoxantron. De belangrijkste graad 3-4 bijwerkingen waren neutropenie en diarree. In 2013 werd met cabazitaxel nog veel onderzoek verricht bij gemetastaseerd prostaatcarcinoom en andere vormen van kanker. Cabazitaxel is inmiddels geregistreerd en volledig vergoed.
Abiraterone (Zytiga) is een middel voor de behandeling van ernstige vormen (therapieresistente) van prostaatkanker. De resultaten van een weliswaar klein onderzoek uit 2008 waren goed. Het effect van het middel bestond voornamelijk uit een verlaging van de PSA-concentratie en vermindering van de botpijn. Over het ideale moment om te starten met abiraterone verschillen de onderzoekers nog van mening. Volgens sommigen moet dit individueel per patiënt worden bekeken, maar kan over het algemeen worden gesteld dat patiënten die voor lange tijd goed hebben gereageerd op hormoontherapie geschikte kandidaten zijn voor een behandeling met abiraterone. Abiraterone is inmiddels geregistreerd en de aanvraag voor vergoeding is ingediend.
Literatuurverwijzingen
|