Reuzengordeldier

Tegenwoordig is Reuzengordeldier een onderwerp van grote relevantie en interesse. Sinds zijn ontstaan ​​heeft het de aandacht van veel mensen getrokken en is het op verschillende terreinen een discussiepunt geworden. Dit fenomeen heeft de belangstelling gewekt van zowel experts als enthousiastelingen, waardoor een uitgebreid debat over de implicaties en consequenties ervan is ontstaan. Reuzengordeldier heeft bewezen een aanzienlijke impact te hebben op de moderne samenleving, en de invloed ervan wordt steeds duidelijker in verschillende aspecten van het dagelijks leven. In dit artikel zullen we Reuzengordeldier en de relevantie ervan in de huidige context grondig onderzoeken, waarbij we de evolutie, uitdagingen en mogelijke toekomstscenario's ervan analyseren.

Reuzengordeldier
IUCN-status: Kwetsbaar (2013)
Reuzengordeldier
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Cingulata (Gordeldierachtigen)
Familie:Chlamyphoridae
Onderfamilie:Tolypeutinae
Geslacht:Priodontes
Cuvier, 1825
Soort
Priodontes maximus
(Kerr, 1792)
Originele combinatie
Dasypus maximus
Verspreidingsgebied van het reuzengordeldier.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Reuzengordeldier op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

Het reuzengordeldier (Priodontes maximus) is een zoogdier uit de familie Chlamyphoridae. De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Robert Kerr in 1792.

Kenmerken

Het gepantserde lichaam is samengesteld uit 11 tot 13 ietwat buigzame, scharnierende gordels, nog eens 3 tot 4 nekplaten en een hele rij op de staart. Kop, staart en een brede zoom langs het pantser zijn geelwit, verder is het dier overwegend bruin. Het is met een kop-romplengte van 75 tot 100 cm, een staartlengte van 50 cm en een gewicht van 30 kilo het grootste levende gordeldier.

Leefwijze

Dit niet sociale reuzengordeldier is een solitair nachtdier dat tot 19 uur per dag slaapt. Het is niet territoriaal. Het dier voedt zich met insecten (vooral termieten en mieren) en ook wel spinnen, wormen en slangen en hagedissen. Overdag wordt gerust in een hol, dat werd uitgegraven met de voorklauwen. Gewoonlijk blijft het dier maar twee dagen in een hol, om er daarna elders een ander te graven. Verlaten holen worden vaak gebruikt door andere soorten.

Voortplanting

Na een draagtijd van 4 maanden worden er 1 of 2 jongen geboren, die 6 weken worden gezoogd en met 1 jaar geslachtsrijp zijn.

Verspreiding

Deze soort leeft in de tropische wouden en open habitats van Venezuela en Suriname tot Noord-Argentinië in Zuid-Amerika.