In dit artikel wordt het onderwerp Schoonheid vanuit verschillende benaderingen en perspectieven behandeld. Door de geschiedenis heen is Schoonheid het onderwerp geweest van studie en analyse door experts in verschillende disciplines, waardoor we het belang en de impact ervan op de samenleving hebben kunnen begrijpen. Vanaf het begin tot nu heeft Schoonheid een fundamentele rol gespeeld in de menselijke ontwikkeling, waarbij debatten, reflecties en vooruitgang op verschillende kennisgebieden zijn voortgekomen. Met dit artikel willen we dieper ingaan op de relevantie van Schoonheid in het dagelijks leven, door de invloed ervan op verschillende gebieden en de rol ervan in de constructie van individuele en collectieve identiteiten te analyseren.
Schoonheid of mooiheid is de waargenomen of aangevoelde kwaliteit van een object, een levend wezen zoals een plant of dier, een persoon, een idee of een uiting van kunst die aanleiding geeft tot voldoening of waardering. Schoonheid wordt bestudeerd als onderdeel van esthetica, cultuurfilosofie en sociale psychologie.
Het gevoel van 'schoonheid' komt voort uit een interpretatie van iets dat samengaat met een zekere aantrekkingskracht en emotioneel welzijn. Dergelijke emotionele effecten zijn subjectief, waardoor men wel beweert dat 'schoonheid zetelt in het oog van de waarnemer'. Desondanks is er in het algemeen sprake van een overeenstemming omtrent een esthetisch ordeel, waardoor er ook een mate van objectiviteit ten grondslag ligt aan schoonheid.
Het definiëren van schoonheid is een zeer oud en belangrijk thema in de westerse filosofie. Schoonheid is volgens de filosoof Immanuel Kant iets 'subjectief algemeens'. Hij betoogt dat de eigenschappen van het te beschouwen object ons esthetisch oordeel bepalen, maar legt de volledige nadruk op de waardering en gevoelens van de toeschouwer aangaande het object. Hetgeen men als schoon ervaart, is het gevolg van een samenspel tussen de verschillende kenvermogens die onze ervaringen structureren.
Schoonheid is een kwaliteit of beleving (van een persoon, voorwerp, klank, plaats of idee) die de ervaring van genoegen, bevestiging, betekenis of goedheid veroorzaakt. Dit leidt tot gevoelens van aantrekking en emotioneel welzijn. In zijn diepgaandste zin zou schoonheid een ervaring van positieve weerspiegeling over de betekenis van het eigen bestaan kunnen veroorzaken. Het tegendeel van schoonheid is lelijkheid dat wil zeggen: het waargenomen tekort aan schoonheid. Lelijkheid van een voorwerp bijvoorbeeld leidt tot afkeuring en veroorzaakt een negatief inzicht van dat voorwerp.
Schoonheid is een thema in de esthetica, een onderdeel van de filosofie dat onderzoekt wat als mooi of lelijk wordt ervaren. De beleving van schoonheid is deels subjectief, maar de filosoof Kant betoogt dat schoonheid ook een verbonden is aan het schone voorwerp zelf.
Voor Plato (428 v. Chr. - 354 v. Chr) was kunst een slechte imitatie mimesis. Volgens hem was een voorwerp slechts een kopie van een ideale werkelijkheid of idee. Kunst was een imitatie van een voorwerp en dus een kopie van een kopie. Alle imitaties slaagden er op geen enkele manier in om de werkelijkheid uit te beelden.
Aristoteles (384 v. Chr.- 322 v. Chr.) leerling van Plato, beschreef tragedies en stelde dat iets schoon of mooi is wanneer er niets aan toegevoegd of van afgehaald kan worden zonder dat het slechter wordt. Schoonheid is een objectieve en inherente eigenschap van een voorwerp en heeft te maken met de functie en proporties van het voorwerp. Naarmate een (kunst)-voorwerp beter lijkt (mimesis) op het af te beelden voorwerp, is het kunst-object schoner.
In het schilderij De Atheense School van Raphael staan Plato en Aristotles naast elkaar. Plato staat links van het midden en wijst naar de hemel: de bron de waarheid en eeuwige idealen. Aristoteles staat rechts en wijst naar de aarde: imitatie is natuurlijk en de mens kan er plezier van hebben en zelfs van leren.
Immanuel Kant(1724-1804) en eerder al Alexander Baumgarten (1714 - 1762) ontwikkelden de theorie van esthetica. Kant schrijft in Kritik der Urteilskraft over smaak en het vermogen om schoonheid te beoordelen. Ruwweg stelt de filosoof dat er geen objectieve methode is om schoonheid te kunnen vaststellen. Schoonheid bestond voor Kant enerzijds uit activiteiten van degene die een object (kunstwerk) observeert (zien, denken en de indrukken die het kunstwerk maakt) en daarnaast ook uit kenmerken van het object zelf. Een esthetisch oordeel bevat vier categorieën:
In onze samenleving wordt schoonheid vooral beschouwd als fysieke aantrekkelijkheid. Bij de eerste ontmoeting wordt een mens soms aangesproken op zijn of haar fysieke verschijning. Er is binnen de eerste twintig seconden een aantrekkingskracht of afkeer, die vervolgens gecompenseerd kan worden door talenten en intellectuele of innerlijke vermogens.
Fysieke aantrekkelijkheid is iemands zichtbaarste kenmerk en heeft een belangrijke informatieve waarde. Fysiek aantrekkelijke personen zijn populairder, minder het onderwerp van pesten en treiteren, en presteren beter. Make-up en cosmetica worden dikwijls aangewend om de eigen schoonheid te verhogen.
De zeven schoonheden betreffen een aantal uiterlijke kenmerken bij de vrouw die als een teken van schoonheid beschouwd worden.
In het Frankrijk van de 17e eeuw ontstonden de zeven klassieke schoonheden:
Bronnen
Referenties
Externe links |