Subductie

In de wereld van vandaag is Subductie een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een breed spectrum van de samenleving. Zowel experts als amateurs, leergierig en nieuwsgierig, hebben in var1 een vruchtbaar veld voor verkenning en debat gevonden. Met de vooruitgang van de technologie en de mondialisering heeft Subductie een nog grotere relevantie gekregen en is het een object van studie en belangstelling geworden op verschillende kennisgebieden. In dit artikel duiken we in de fascinerende wereld van Subductie, onderzoeken we de impact ervan, de evolutie ervan in de loop van de tijd en de verschillende perspectieven van waaruit het kan worden benaderd.

Subductie is het proces waarbij een oceanische plaat onder een andere oceanische of continentale plaat schuift. Onder convergente plaatgrenzen vindt convectie plaats van de lithosfeer (de aardkorst en een deel van de mantel). De zwaardere en koude oceanische korst, met de bovenliggende sedimenten, duikt onder de lichtere en warme continentale of een andere oceanische korst. Het dichtheidsverschil tussen de lithosfeer en onderliggende asthenosfeer is bepalend of, en voor de mate waarin subductie optreedt.

Subductiezones worden gekenmerkt door de plaatsen op de aarde met de diepste aardbevingen. Tot een diepte van 700 km kunnen aardbevingen er voorkomen. Het verschijnsel veroorzaakt oceanische troggen, zoals de Marianentrog. Ook vulkanische bogen ontstaan als gevolg van subductie en het verlagen van het smeltpunt van de bovenliggende plaat. Bekende voorbeelden hiervan zijn de Krakatau en de Fuji. Het typische subductievulkanisme ontstaat op 100 tot 300 km van de trog.

Zie ook