In dit artikel zullen we de fascinerende wereld van Van Leyden van Leeuwen verkennen en hoe dit verschillende delen van de samenleving heeft beïnvloed. Sinds zijn verschijning heeft Van Leyden van Leeuwen grote belangstelling gewekt en relevante discussies over het belang ervan gegenereerd. Door de geschiedenis heen is Van Leyden van Leeuwen een bron van studie en reflectie geweest, en de invloed ervan heeft de ontwikkeling van verschillende disciplines aanzienlijk gemarkeerd. In die zin is het relevant om te analyseren hoe Van Leyden van Leeuwen in de loop van de tijd is geëvolueerd en wat zijn rol is geweest bij het vormgeven van de realiteit waarin we leven. Daarnaast zullen we de verschillende perspectieven en meningen rond Van Leyden van Leeuwen bespreken, om de ware dimensie en reikwijdte ervan te begrijpen. Door middel van een diepgaande en objectieve analyse probeert dit artikel een alomvattende visie te bieden op Van Leyden van Leeuwen en de huidige implicaties ervan.
De familie Van Leyden van Leeuwen was een regentengeslacht waarvan de leden van opvolgende generaties belangrijke functies vervulden in het openbaar bestuur van de Nederlandse stad Leiden en daarbuiten. Het Huis van Leyden aan het Rapenburg 48 wordt beschouwd als het stamhuis van de familie, die het van 1658 tot 1788 bewoonde en van 1665 tot 1791 in eigendom had.
De stamreeks begint met Adriaen Dircsz , stamvader van het geslacht Van Leyden, die in 1499 beleend werd met de hofstede Leeuwen in De Hoorn te Alphen aan den Rijn. De hofstede was slechts tot 1605 met onderbrekingen in bezit van de familie.
Adriaen Dircsz van Leyden was van 1510 tot 1514 raad in de vroedschap van Leiden. Na hem noemen afstammelingen zich deels Van Leyden van Leeuwen. Zijn kleinzoon werd op 4 april 1548 door keizer Karel V verheven tot 'des H.R. Rijksbaron'. Op 10 november 1732 werd zijn betachterkleinzoon door keizer Karel VI verheven tot 'des H.R. Rijksgraaf', maar de familie bleef de titel baron voeren. Op 28 augustus 1814 volgde bij Soeverein Besluit de benoeming in de ridderschap van mr. dr. Frédéric Auguste van Leyden, heer van West-Barendrecht, Carnisse en Warmond (1768-1821). Bij zijn dood in 1821 was het adellijk geslacht uitgestorven.
Het Rijksmuseum Amsterdam bezit een schilderij van Daniël Mijtens (II) uit 1679, voorstellende een allegoriserende portretgroep van de kinderen van de opdrachtgever Diederic Pietersz van Leyden van Leeuwen (1628-1682) en zijn toen al overleden vrouw Alida Paets (1625-1673). Geportretteerd in een tuin bij een klassieke tempel zijn: Maria (geb. 1654), Alida (geb. 1660), Theodora Catharina (1661-1728), Bernardina (ca. 1662-1716), Suzanna (1664-1712), Adriaan Willem (1667-88), Pieter (1666-1736) en Lodewijk (1668-1697).
Het belang van de familie kan onder meer worden afgeleid uit het gegeven dat zij tussen 1510 en 1794 tot zesmaal toe een vertegenwoordiger had in de Leidse veertigraad. Op de stenen toegangspoort van de Burcht van Leiden staat het familiewapen van Van Leyden van Leeuwen driemaal afgebeeld voor familieleden die zowel burgemeester als burggraaf van Leiden waren in de 18de eeuw. Het wapen heeft in rood een zilveren dwarsbalk, beladen met drie zwarte zeesterren, en is vergezeld van drie gouden leeuwen, rood getongd.
Het familiewapen van Van Leyden van Leeuwen bekroont ook het bordes van het Huis van Leyden aan het Leidse Rapenburg, waar de familie van 1665 tot 1791 woonde. In 1940 werd het wapenschild gerestaureerd door de Haagse kunstschilder Gerhard Jansen (1878-1956), die het op gezamenlijke kosten van het rooms-katholieke schoolbestuur (de toenmalige eigenaar) en de Historische Vereniging Oud Leiden in de historisch juiste kleuren bracht. Bij een latere schilderbeurt van het huis is dit ongedaan gemaakt. Sindsdien heeft het wapen één kleur, gelijk aan de overige geveldecoratie.
Het landgoed Mildenburg bij Oostvoorne dateert uit de zestiende eeuw. De familie Van Leyden van Leeuwen bouwde er in de loop van de 18e eeuw het landhuis, dat zij ging gebruiken als buitenhuis. Ook legde zij de bossen aan.
Het huis is afgebroken en de tuin is verwilderd. Het landgoed werd een natuurgebied van het Zuid-Hollands Landschap. Er zijn uitgezette wandelroutes over de oude eikenlanen, door een beukenbos, over de duinen en langs een stinsenplantentuin.
Bronnen, noten en/of referenties
|