Verdrag van Bromberg

In dit artikel zullen we het onderwerp Verdrag van Bromberg onderzoeken vanuit een alomvattend en gedetailleerd perspectief. We zullen ons verdiepen in de oorsprong, evolutie, impact en relevantie ervan vandaag de dag, met als doel een diep en verrijkend begrip van Verdrag van Bromberg te bieden. Tijdens onze reis zullen we verschillende aspecten en benaderingen behandelen die ons in staat zullen stellen onze kennis te verrijken en na te denken over het belang van Verdrag van Bromberg in verschillende contexten. Van zijn invloed op de samenleving tot zijn implicaties op verschillende gebieden, Verdrag van Bromberg nodigt ons uit om zich te verdiepen in de betekenis en reikwijdte ervan, en dit artikel probeert een complete gids te zijn om ons te verdiepen in het fascinerende universum ervan.

Bromberg in 1657.

Het Verdrag van Bromberg werd op 6 november 1657 gesloten in Bromberg tussen Frederik Willem I, de keurvorst van Brandenburg-Pruisen en de Poolse koning Jan II Casimir. Het verdrag ratificeerde de bepalingen die opgenomen waren in het Verdrag van Wehlau van 19 september 1657.

In het verdrag werd het volgende bepaald

  • eeuwige alliantie tussen beide heersers.
  • Brandenburg-Pruisen kreeg Lauenburg en Bütow als erfelijk leengoed.
  • Brandenburg-Pruisen kreeg de Starostei Draheim als pandbezit tegen betaling van een pandsom.
  • in het geval dat de Brandenburgs-Pruisische mannelijke linie van het huis Hohenzollern zou uitsterven zou het hertogdom Pruisen terug onder het koninkrijk Polen vallen.