In de wereld van vandaag heeft Komedie op tal van gebieden onvermijdelijk aan relevantie gewonnen. De impact ervan strekt zich uit van het persoonlijke tot het professionele, via de culturele, sociale en politieke sfeer. De belangstelling voor Komedie is de afgelopen jaren toegenomen en is een onderwerp van debat en reflectie geworden in verschillende fora en media. Zowel experts als gewone burgers zijn steeds meer geïnteresseerd in het begrijpen en analyseren van de implicaties en uitdagingen die var1 met zich meebrengt in de hedendaagse samenleving. In die zin beoogt dit artikel een panoramische en bijgewerkte visie op Komedie te bieden, waarbij de vele facetten ervan worden behandeld en een kritische en reflectieve benadering wordt voorgesteld van dit fenomeen dat vandaag de dag alomtegenwoordig is.


Een komedie (Oudgrieks: κωμῳδία, kōmōidía) is een theater- of filmgenre, televisieprogrammagenre of boekgenre met als doel het publiek te amuseren en met humor aan het lachen te maken. In de tijd van de oude Grieken tot in de renaissance betekende 'komedie' een verhaal dat goed afliep, in tegenstelling tot een tragedie, een verhaal dat slecht afliep.
Er zijn verschillende indelingen voor komedies mogelijk:
Bekende komedies of blijspelen in het theater zijn de komedies van Shakespeare. Deze toneelstukken van William Shakespeare zijn onder te verdelen in drie categorieën: drama's, komedies, en historische stukken. 'Komedie' had in de Elizabethaanse tijd een andere betekenis dan die van de moderne komedie. Een komedie van Shakespeare hield een toneelstuk in met een happy end, meestal met huwelijken tussen de ongehuwde personages, en met een meer ludieke toon en stijl dan zijn andere toneelstukken. Zijn komedies worden gekenmerkt door:
Verscheidene komedies van Shakespeare, zoals Measure for Measure en All's Well That Ends Well, hebben een ongewone toon met een moeilijke combinatie van humor en tragiek, waardoor ze als probleemstukken gecategoriseerd worden.
In het langspeelfilmgenre en in televisieseries is de comedy (sitcom[1]) populair.
Komische langspeelfilms hebben meestal een happy end; wanneer dat niet het geval is spreekt men van een tragikomedie. Meestal komt er ondanks een vermenging met tragische situaties romantiek bij kijken. De komische film kende zijn eerste hoogtepunt voor het doorbreken van de geluidsfilm op het einde van de jaren twintig van de twintigste eeuw in de Verenigde Staten: films van Charlie Chaplin, het duo Stan Laurel, Oliver Hardy en de stuntman Buster Keaton. In de tweede helft van de twintigste eeuw kwamen er de (kort)films van Dean Martin, Jerry Lewis, Bob Hope, Peter Sellers, Monty Python, Mel Brooks, Eddie Murphy, Steve Martin, Jim Carrey en Rowan Atkinson (Mr. Bean).
Grappige wendingen (zowel in theater, stand-upcomedy als in film) worden op haar werking op het publiek getest met try-outs en voorvertoningen. Waarna regisseurs nog het stuk kunnen aanpassen alvorens dit in productie te laten gaan.