Stadsbus

In het artikel van vandaag gaan we het hebben over Stadsbus, een onderwerp dat de afgelopen jaren veel belangstelling heeft gehad. Stadsbus is een onderwerp dat een groot aantal mensen over de hele wereld aangaat, dus het is belangrijk om alle aspecten die daarmee verband houden te kennen. In dit artikel gaan we verschillende aspecten van Stadsbus onderzoeken, van de geschiedenis en evolutie ervan tot de implicaties ervan vandaag de dag. Daarnaast zullen we verschillende perspectieven en meningen over Stadsbus bespreken, met als doel een alomvattend beeld van dit onderwerp te bieden. Ga met ons mee op deze ontdekkingsreis en leer over Stadsbus.

Een Amsterdamse elektrische stadsbus staat op te laden bij een halte

Een stadsbus is een bus die bijzonder geschikt is om in te zetten op stadslijnen. Stadsbussen hebben minder zitplaatsen en meer staanplaatsen in vergelijking tot streekbussen en zijn daardoor geschikt voor kortere afstanden. Zo heeft een 12-meterbus zo'n 30 zitplaatsen en voorin vaak 2+1- of 1+1-stoelopstelling. Achterin is er vaak een 2+2-stoelopstelling. De stadsbus heeft meestal ook meer en/of bredere deuren dan een streekbus. Tegenwoordig worden stadsbussen meestal met een lage vloer afgeleverd. Voor de komst van de lagevloerbussen, had een stadsbus al i.t.t. de streekbus een vlakke vloer. De trolleybus en de brandstofcelbus zijn vrijwel altijd stadsbussen.

Zowel in Nederland als België (maar ook in andere landen) werden stadsbussen vaak gemaakt naar een "standaard" ontwerp. In Nederland werd dat gedaan onder de CSA van 1966-1988. In die periode verscheen de bekende wijnrode bus in het Nederlandse straatbeeld. Later werden deze vervangen door een nieuw tomaatrood type. Rond 1990 stapten veel busmaatschappijen af van het standaardbusconcept. Vanaf dat moment voerden de busmaatschappijen ook hun eigen kleurstelling. Toch zijn ook nu nog dezelfde bustypen in verschillende steden van Nederland te vinden.

Lage vloer

Vrijwel alle nieuwe streekbussen hebben geheel of gedeeltelijk een lage vloer. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen low-floor en low-entry. Een low-floorbus heeft een lage vloer over de gehele lengte van de bus, een low-entrybus heeft een lage vloer bij de deuren en daartussen, met in het achterste gedeelte een verhoogde vloer. Verschillende busbouwers plaatsen alle zitplaatsen in een low-floor- of low-entrybus echter wel weer op een verhoging, waardoor het instapgemak ervoor zorgt dat het lastiger wordt te gaan zitten. Het is door de wielbakken (de spatborden van de wielen) overigens haast onmogelijk om álle zitplaatsen op de lage vloer te plaatsen. Voor rolstoelers is een rolstoelplank aanwezig (manueel of elektrisch te bedienen).

Sinds 2017 zijn vrijwel alle nieuwe stadsbussen voorzien van wifi via 4G en USB 3.0 A aansluitingen om hierbij een gsm of smartphone bij elke zitplaats op te laden.

Zie ook

  • CSA (Nederlandse standaardstadbus)