In de wereld van vandaag heeft Wagen op tal van gebieden onvermijdelijk aan relevantie gewonnen. De impact ervan strekt zich uit van het persoonlijke tot het professionele, via de culturele, sociale en politieke sfeer. De belangstelling voor Wagen is de afgelopen jaren toegenomen en is een onderwerp van debat en reflectie geworden in verschillende fora en media. Zowel experts als gewone burgers zijn steeds meer geïnteresseerd in het begrijpen en analyseren van de implicaties en uitdagingen die var1 met zich meebrengt in de hedendaagse samenleving. In die zin beoogt dit artikel een panoramische en bijgewerkte visie op Wagen te bieden, waarbij de vele facetten ervan worden behandeld en een kritische en reflectieve benadering wordt voorgesteld van dit fenomeen dat vandaag de dag alomtegenwoordig is.
Een wagen is een vervoermiddel op meer dan twee wielen. Dit in tegenstelling tot een kar, die slechts twee wielen heeft. Een wagen kan lopend geduwd of getrokken worden (kinderwagen), door een of meer trekdieren getrokken worden, of door een motor aangedreven worden. Verder bestaan er spoorwagens of wagons. Vooral in Vlaanderen wordt een auto vaak 'wagen' genoemd.
"Wagen" als verwijzing naar een voertuig is een relatief oud woord in de Nederlandse taal. Het gaat terug op het Oudnederlandse woord wagan en heeft waarschijnlijk een Oergermaanse of Indo-Europese oorsprong. Het werkwoord bewegen gaat terug op hetzelfde woord en ook het Latijnse vehiculum (Nederlands: vehikel) heeft Oergermaanse oorsprong.
In de vijftiende eeuw ontleende het Engels het woord wagen, wat in hun taal wagon werd en verwees (en nog steeds verwijst) naar een voertuig met vier wielen. Met de ontwikkeling van spoorwegen werd het Engelse woord wagon ook gebruikt voor wagens van een trein, waarna het als wagon weer in het Nederlands werd opgenomen.
In de Nederlandse verkeerswetgeving is sprake van een wagen als het voertuig bewogen wordt door iemand te voet, eventueel met motorondersteuning (onbespannen wagen), of door een of meer paarden (bespannen wagen). Een auto is in die zin dus geen wagen. Bovendien heeft een wagen bepaalde (niet nauwkeurig gespecificeerde) minimumafmetingen: een kinderwagen is te klein om een wagen genoemd te worden en iemand die een kinderwagen duwt wordt als voetganger aangemerkt.
Na de slee en de kar ontstond de wagen. Deze bestaat uit twee door een middenboom gekoppelde assen, die meestal ten opzichte van elkaar kunnen draaien door middel van een draaikrans. Een historische boerenwagen is doorgaans open en ongeveerd, in tegenstelling tot een koets. Deze ouderwetse wagens hebben houten wagenraderen met een ijzeren band. Als trekdier werden meestal paarden gebruikt; in armere gebieden ook wel ezels of ossen.
Bronnen, noten en/of referenties |