Vandaag wil ik het hebben over Abdij Notre-Dame de Scourmont, een onderwerp dat de laatste tijd enorm relevant is geworden. Abdij Notre-Dame de Scourmont is een thema dat de aandacht heeft getrokken van mensen van alle leeftijden, geslachten en nationaliteiten, omdat het een universele aantrekkingskracht heeft. Door de geschiedenis heen is Abdij Notre-Dame de Scourmont het onderwerp geweest van studies, debatten en controverses, maar het belang en de impact ervan vallen niet te ontkennen. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Abdij Notre-Dame de Scourmont, van de oorsprong ervan tot de invloed ervan op de hedendaagse samenleving. Ik hoop dat deze analyse bijdraagt aan het verschaffen van een breder en dieper inzicht in Abdij Notre-Dame de Scourmont en de implicaties ervan in onze wereld.
Deel van de serie over kloosters en het christelijke monastieke leven | ||
---|---|---|
De abdij Notre-Dame de Scourmont, is een abdij van de orde van de Trappisten.
De abdij ligt op het grondgebied van Forges, op ongeveer tien kilometer van de stad Chimay. Ze werd op 25 juli 1850 gesticht als trappistenklooster, op initiatief van Eerwaarde Heer Jourdain, pastoor van Virelles. Zeventien monniken uit het klooster Sint-Sixtus van Westvleteren begonnen een stuk grond te ontginnen, dat hen door prins Joseph de Chimay was geschonken. Het opgerichte fundatiekruis vermeldt: « Le 25 juillet 1850 les moines cisterciens fondant l’abbaye de Scourmont commencèrent à louer Dieu et à défricher la terre ». In 1871 werd het klooster een volwaardige abdij.
De abdijgemeenschap bestond weldra uit 80 monniken (1858). In 1984 waren het er nog een veertigtal, na 2000 een twintigtal. De monniken leven volgens de regels van de trappisten, waarbij gebed (persoonlijk of in groep), arbeid en rust elkaar afwisselen. De afzondering en de stilte zijn hierbij belangrijke elementen. De monniken komen vijf- of zesmaal per dag in hun kerk samen om er de goddelijke diensten te volbrengen. Gasten worden onthaald in het gastenhuis.
De monniken werden door de Duitse bezetter uit hun abdij gezet van 28 mei tot 2 juli 1940 en van 12 april 1942 tot 1 september 1944.
De monniken dragen bij tot het internationale tijdschrift voor geschiedenis en spiritualiteit van de Cisterciënzers, Collectanea Cisterciensia en publiceren ook zelf onder de naam les Cahiers Scourmontois. Sommige monniken nemen deel aan de dialoog met boeddhistische en Tibetaanse monniken.
Sinds 1999 bestaat ook een 'Lekengemeenschap van Cisterciënzers', waarvan de leden zich met de abdij hebben verbonden.
De abdij van Scourmont heeft initiatieven genomen voor nieuwe stichtingen.
Het eerste Chimaybier werd in 1862 gebrouwen. De eerste leveringen van het bier deden de paters zelf. Ze zorgden te voet voor een huis-aan-huislevering. Tegenwoordig vinden het brouw- en gistingsproces binnen de abdij plaats. Het aftappen van de flessen gebeurt in Baileux, een dorp dat zich tussen de abdij en de stad Chimay bevindt.
Sinds 2011 wordt er door de paters ook het trappistenbier Mont des Cats gebrouwen.
In 1876 beproefden de trappistenmonniken van Chimay een oud recept om een halfharde kaas te maken, die ze lieten rijpen in de kelders van de abdij. Tot 1982 werd er één soort kaas gemaakt, in 24 jaar steeg de productie van 120 ton naar 900 ton kaas, en werden er vier extra kazen aan het assortiment toegevoegd. De kaasmakerij bevindt zich niet meer binnen de muren van de abdij, maar wel in Baileux.