In dit artikel verkennen we de fascinerende wereld van Thomas Asselijn en alles wat dit concept met zich meebrengt. Thomas Asselijn is een onderwerp dat door de geschiedenis heen de aandacht van talloze individuen heeft getrokken en op verschillende gebieden grote belangstelling en discussie heeft gegenereerd. Door de jaren heen is Thomas Asselijn geëvolueerd en aangepast aan de veranderingen van de moderne wereld, wat de relevantie ervan in de huidige samenleving aantoont. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten en perspectieven met betrekking tot Thomas Asselijn in detail onderzoeken, met als doel een brede en complete visie op dit opwindende onderwerp te bieden.
Thomas Asselijn, soms ook Asselyn (Dieppe, ca. 1620 – begraven Amsterdam, 27 juli 1701) was een Nederlandse dichter en schrijver van toneelstukken. Aanvankelijk schreef hij stukken in de trant van Jan Vos. Zijn drie blijspelen over Jan Klaassen behoren tot de beste uit de tweede helft van de 17e eeuw. Hij is de Amsterdamse Plautus genoemd.
Asselijn was een telg uit de Frans-protestantse familie: de schilder Jan Asselijn (1610-52), de gouddraadtrekker Abraham Asselijn (1609–97), en mogelijk Steven Asselijn, die op 15-jarige leeftijd stierf en werd begraven in de Waalse kerk, waren zijn broers. De familie Asselin kwam uit Dieppe in Normandië. Mogelijk vluchtten zij in 1628, na de verovering van La Rochelle, naar Holland. Vermeld wordt dat als Abraham in 1631 trouwt, zijn ouders zijn gestorven.
In 1639 wordt Asselijn al als dichter genoemd. In 1644 trouwde de boekbinder Thomas Asselijn met Elisabeth Reijers uit de Warmoesstraat. Hij was 25 jaar en zij 38.
In 1655 stierf zijn vrouw; het echtpaar had een kind. In 1656 trouwde hij met de 18-jarige Jannetje Westerhof (-1704), bij wie hij nog vijf kinderen kreeg, vier stierven jong. Asselijn had zich inmiddels omgeschoold tot blauwverver. Hij kocht een ververij niet ver van de Leidsegracht. Het ging hem blijkbaar goed want in tussen 1657 en 1662 woonde hij aan de Keizersgracht. In 1671 woonde Asselijn aan de Bloemgracht. In 1678 ging hij bankroet. Zijn inboedel werd op „181 gulden en 15 stuivers“ getaxeerd. In 1685 gaf hij zijn inboedel als onderpand voor een schuld.
Asselijn stierf in het huis van zijn zoon Lodewijk aan de N.Z. Achterburgwal.
Bronnen, noten en/of referenties
|