Manhorst

In dit artikel gaan we het onderwerp Manhorst in detail onderzoeken, omdat het een onderwerp is dat vandaag de dag grote belangstelling heeft gewekt. Vanaf het begin tot aan de impact ervan op de hedendaagse samenleving is Manhorst het onderwerp geweest van debat en discussie op verschillende gebieden. Door de jaren heen is Manhorst geëvolueerd en heeft het verschillende betekenissen gekregen, afhankelijk van de context waarin het wordt geanalyseerd. Daarom is het relevant om ons te verdiepen in de aard ervan, de onderscheidende kenmerken ervan en de implicaties die het heeft op het dagelijks leven. Op dezelfde manier zullen verschillende perspectieven en benaderingen worden besproken die ons in staat zullen stellen een alomvattende visie op Manhorst te krijgen, om zo het belang en de relevantie ervan vandaag de dag te begrijpen.

Manhorst
Het Huis Manhorst in 1731
Locatie Greffelkamp (Didam)
Gebouwd in vóór 1410
Gesloopt in rond 1800

Het Manhorst was een kasteel of havezate in de Nederlandse buurtschap Greffelkamp, provincie Gelderland. Het kasteel lag naast de havezate Schadewijk.

Geschiedenis

De oudste vermelding van een landgoed Manhorst betreft de eigenaar Jacobum de Manvorst in 1295. In 1304 werd Rudolf de Manvorst genoemd. Vanaf 1410 staat het huis als leengoed van het Huis Bergh geregistreerd, met Johan Korte als leenman. Het huis zal dus vóór deze datum zijn gebouwd.

Van 1454 tot 1710 was de Manhorst in bezit van de familie Van Woldenborg tot de Manhorst. Hierna kwam de familie Raab. Na het overlijden van de eigenaar werd de Manhorst in 1759 door zijn erfgenamen geveild. De nieuwe eigenaar werd het geslacht Van Voorst tot Voorst.

Begin 19e eeuw zal de Manhorst zijn afgebroken. De kadastrale kaart van 1832 toont nog slechts een omgracht terrein zonder bebouwing, met buiten de gracht een schuur. Deze schuur is nadien omgebouwd tot een boerderij. De gracht is in 1920 gedempt.

Beschrijving

Uit 18e-eeuwse afbeeldingen komt naar voren dat de Manhorst een rechthoekig gebouw was met een zadeldak en Gelderse gevels. In de muren bevonden zich kruisvensters. Tegens het kasteel stond een veelhoekige traptoren die werd afgedekt door een helmdak en een lantaarn. Er waren tevens enkele lagere aanbouwen.