In dit artikel gaan we in op het onderwerp Thallium, een onderwerp dat interesse en debat heeft gegenereerd in de hedendaagse samenleving. Thallium is het voorwerp geweest van studie, reflectie en controverse, en de impact ervan is op verschillende gebieden voelbaar geweest, van het persoonlijke tot het mondiale niveau. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Thallium, van de oorsprong en evolutie tot de relevantie ervan in de wereld van vandaag. We zullen ook de verschillende meningen en standpunten analyseren die rond Thallium bestaan, evenals de implicaties die dit heeft op het leven van mensen en de samenleving in het algemeen. Via een interdisciplinaire benadering probeert dit artikel een alomvattende en diepgaande visie op Thallium te bieden, met als doel bij te dragen aan het begrip en de reflectie over dit onderwerp dat vandaag de dag zo relevant is.
Thallium is een scheikundig element met symbool Tl en atoomnummer 81. Het is een zilverwit hoofdgroepmetaal.
Thallium is in 1861 ontdekt door de Engelse wetenschapper Sir William Crookes tijdens het spectrofotometrisch onderzoeken van loodresiduen, die overbleven bij de productie van zwavelzuur. Een jaar later werd thallium door Crookes en Claude-Auguste Lamy onafhankelijk van elkaar geïsoleerd.
Thallium betekent in het Grieks groene tak of scheut. Deze naam past het scheikundig element omdat het een zeer heldere groene spectrum-emissielijn vertoont.
Het geur- en smaakloze thallium(I)sulfaat is in het verleden veel gebruikt als vergif tegen ratten en insecten. Sinds het einde van de 20e eeuw is het gebruik van thalliumverbindingen niet meer toegestaan als pesticide. Andere toepassingen zijn:
Thallium wordt gebruikt voor supergeleiders bij hoge temperaturen.
Thallium is een zeer zacht en buigzaam metaal. Het heeft een metaalglans, maar onder invloed van de zuurstof uit de lucht verandert het snel in een grauw, blauwgrijs materiaal dat veel op lood lijkt.
Thallium komt overvloedig in de aardkorst voor in een concentratie van ongeveer 0,7 ppm. Vaak wordt het aangetroffen samen met kaliummineralen waarvan het lastig is te scheiden en daardoor commercieel onaantrekkelijk is. De belangrijkste thalliumbronnen zijn sporen die worden aangetroffen in koper-, lood- en zinkertsen. Hierin komt thallium voor in de mineralen crooksiet, hutchinsoniet en lorandiet. In het residu dat overblijft bij de productie van zwavelzuur wordt ook thallium aangetroffen.
Stabielste isotopen | |||||
---|---|---|---|---|---|
Iso | RA (%) | Halveringstijd | VV | VE (MeV) | VP |
203Tl | 29,524 | stabiel met 122 neutronen | |||
204Tl | syn | 3,78 j | EV | 3,800 | 204Pb |
205Tl | 70,476 | stabiel met 124 neutronen |
203Tl en 205Tl zijn de enige stabiele thalliumisotopen. Daarnaast zijn er ongeveer 25 radioactieve isotopen bekend waarvan 204Tl met een halveringstijd van 3,78 jaar het stabielst is.
Thallium en thalliumverbindingen zijn uiterst giftig en moeten met grote zorgvuldigheid worden behandeld. Enkele effecten van thalliumvergiftiging zijn haaruitval en beschadiging van het zenuwstelsel. De toxiteit van thallium is te wijten aan de chemische gelijkenis van het thalliumion met het kaliumion. Daardoor wordt thallium snel opgenomen door het weefsel en verstoort het de effecten van de B-vitaminen.
Bronnen, noten en/of referenties
|